Artikel
13

Op de zesde vraag derzelfden van een man, die van zijn huisvrouw nu lange tijd solemnelijk gescheiden is, om des verscheiden geloofs en onderling gekijfs wille, en bij een andere huisvrouw lang gezeten en kinderen gewonnen heeft, en de dood zijner vorige huisvrouw niet bewijzen kan, of men deze vrouwspersoon van het Nachtmaal zal afhouden, en zij beiden behoren gescheiden te worden, is geantwoord, dat men haar afhouden zal tot de tijd, dat hij bewezen zal hebben, dat zijn vorige huisvrouw dood is; en aangaande de scheiding zal men bezien hoe men doen zal, antwoord gevraagd hebbende van Genève en Heidelberg, tot welke kerken de broeders worden geraden voor deze zaak te schrijven. En zo men bevindt, dat zijn vrouw dood is, zo zal men hem straffen om zijner zonden wil, en haar tot het Nachtmaal toelaten.