Artikel
XXIII.

Aangaande het vasten en bidden, omtrent de verkiezing der dienaren, is besloten wanneer men handelt van een zekere dienaar des Woords te verkiezen, die eertijds de kerk Gods getrouwelijk gediend heeft, dat men niet zal behoeven enig vasten te houden. Maar is het, dat men vergaderen zal om te beraadslagen wie te verkiezen zij, zo zal men de lidmaten der gemeente tot huisvasten en bidden vermanen, hetwelk niet alzo zal behoeven onderhouden te worden, in de verkiezing der ouderlingen en diakenen.