Artikel
XX.

Die monniken of papen geweest zijn, en zich tot de kerkendienst begeren te begeven, zal men niet toelaten, dan van de classe geëxamineerd zijnde naar deze proeven. Ten eerste zullen zij de leer des pausdoms verzaken. Ten tweede hun beroeping. Ten derde zullen zij de rechte leer bekennen, en zich der discipline onderwerpen. Ten vierde zal in hen de gave van bekwamelijk te spreken en te leren wezen. Ten laatste zal men ze eerst wel in ootmoedigheid en patientie oefenen.