Artikel
LIII.

Aangaande de feestdagen, nevens de zondag, op de welke men zich van de arbeid pleegt bijzonder te onthouden, en in de tempel te vergaderen, is besloten, dat men met de zondag alleen tevreden zal zijn. Doch zal men de gewoonlijke materiën van de geboorte Christi, zondags vóór de Kerstdag in de kerk behandelen, en het volk van de afdoening dezes feestdags vermanen, en ook van dezelfde materie op de Kerstdag prediken, indien hij valt op een predikdag. Men zal ook op Paas- en Pinksterdag van de verrijzenis Christi en zending des Heiligen Geestes leren mogen, hetwelk in de vrijheid der dienaren staan zal.