Artikel
XXXVI.

Is besloten, dat in de plaatsen, daar de diakenen alleen de administratie der aalmoezen hebben, die zij ontvangen, voor de konsistorie hun rekening alle maanden doen zullen. Maar daar ze gemeenschap hebben met de Heilige Geest- en andere armengoederen, daar zullen zij hun rekening doen voor die de Magistraat daartoe, benevens sommigen der konsistorie verordineren zal. En dat zal men telkens der gemeente voordragen, opdat een iegelijk die wil, zich bij de rekening voegen mag.