Artikel
XIV.

De dienaars, die nu in de dienst der kerken zijn, en nog niet geëxamineerd, noch wettelijk geroepen en gezonden zijn, zullen van de classis geëxamineerd worden, alsof zij nog nooit gediend hadden, en ingeval zij onbekwaam gevonden worden, in leer of leven, zo zal men ze van hun dienst opschorten of suspenderen, totdat zij bekwaam zijn. En zo zij bekwaam zijn of in hen enige hoop van bekwaamheid gespeurd wordt, zo zal men hen met voortgaande behoorlijke korrektie van haar voorgaande ongeschiktheid, en lichtvaardigheid op enige tekst der Schriftuur een predikatie laten doen, om hun gaven te horen; de konfessie en artikelen doen onderschrijven, in de gehoorzaamheid en tezamenkomst verbinden door een van de ministers laten presenteren, en een forme van konsistorie in de gemeente stellen, daar men ze gebruiken wil.