Artikel
LXXXIX.

De onschuldige partij, haar partij van overspel overwonnen hebbend, zal van de overheid een uitspraak van scheiding begeren, en zo de overheid dit niet begeert te doen, zo zal ze van dezelve overheid zoeken te verkrijgen, dat de konsistorie toegelaten worde, te doen, zulks als ze uit Gods Woord oordelen zal recht te wezen. Zo men dit niet kan verkrijgen, zo zal de konsistorie haar vermanen in een andere plaats te vertrekken, daar ze de hulp der overheid genieten kan.