4. Uittreksels uit de Acta van den Nederduitschen Kerkeraad van de Nederlandsche vluchtelingen-kerk te Keulen, d.d. 13, 22, 27 en 31 Augustus 1571 (Uit de Werken der Marnix-Vereen., Serie I, Dl. III, blzz. 5-9.)
[Den 13 Augustus.]
Item volghens den accorde vanden 5 ende 12 Augusti 1571 voors. 1)
1) Het bovenstaande wordt opgehelderd door het stuk, dat in het Actenboek van den Nederduitschen Kerkeraad te Keulen onmiddellijk voorafgaat, en waarmede dat Actenboek begint (a.w., blzz. 3-5); welk stuk aldus aanvangt: „Inden naeme des Heeren. Also de wtghewekene Nederlanderen tot nu toe hier inder Stede Cuelen altijt by de Ghemeynte gheweest zijn, die voor hare koemste daer was, ende dat daer dickwils disputacien ghevallen zijn in verseheyden saeken den kercken belanghende, ende daer de een partye so wel als de andere sich somtijts excuseerden als dat hun de saeken niet aen en ghinghen, ende dat also sommighe goede saeken diewils te rugghe ghebleven zijn, dwelek tot opbouwinge der Kercke niet voorderlick en was, soo hebben de broederen sich dicwils daer over beraetslaecht, hoe men op beyder sijden alle saeken soude moghen wtrechten tot Godes eere ende der opbouwinge sijnder kercken ende nae veel tsaemensprekinge veraccordeert opten 5 ende 12 Augustus 1571 dat men sich in de Kegeringe der Kercken sal houden van ➝
|62|
zijn tot Auderlinghen vercoren ende aen den dienst bleven de
naevolghende persoonen:
Peeter van den Eynde, Everaert van Heyst, Adriaen van
Coninxloo.
Ende tot Diaconen zijn aenghebleven ende vercoren:
Jan Droochbroot, Lenaert d.... [oningevuld], Jooris Faes.
Welcke voors. Auderlinghen ende Diaconen (wtghenomen Peeter vanden Eynde absent wesende, ende Jan de Roy e in sijn plaetse) hebben aenghevanghen ende ghehouden het eerste particulier Consistorie den 13 Augusti 1571, ende aldaer besloten tghene des hier naest volcht, teghen-woordich zijnde beyde de ordinari Dienaeren des Woordts [nl. Sibertus Lohn en Henricus Vellem], in het welcke een vanden selven, naemelijck Henricus Vellem voor d’eerste gepresideert heeft.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Die broeders hebben eendrachtelick tsamen in consistorio bewilllicht und fuer goet aengesienn, dat men dat Generael Synodum sal besuchenn.
Den 22 Augusti.
Presentes: Adriaen, Roy, Heist, Droochbroot, Sibertus.
Item beschlossen dass die Nederlenschen noch einmal den Cölenschen aen sullen suechen om zu verwillighen einen von den diener zu erlauben auff dat generael Synodum zu senden; so aber solches nit gestadet wirdt, salmen schicken na M. Pieter Haesert, om den selbighen mit Johan de Roy al daer op dat Synodum to senden. Hie zu verordnet Adriaen Konixloo un Johan de Roy.
Item beschlossen das Adriaen Konixloo und Johan Droochbroot van wegen der Nederlenschen sullen am C.F.G-. den Pflasgrave [sic] supplieren om to verlauben Dathen, Colonium, Taphinum und fort sumssmehr dar zu dienelich, so die nottruft fortdert, to trecken op dat generael Synodum.
Den 27 Augusti.
Presentes: Sibertus, Henricus, Adriaen, Heyst, Jan de Roy, Droochbroot, Leenart, Gieles scepper.
Beslossen das Jan de Roy sal besuchenn das Provinciael Synodum int landt van Gulich, mit dem dienaer die gesondenn sal werdenn van der gemeynte van Cuelen.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Men sal hier achter bey die brieven te boeck stellenn die credentie
➝ nu voort aen als volcht.” En daarop volgt dan, in 9 artikelen, het Accoord, tot organisatie van twee kerkelijke kringen, die, hoewel in belijdenis, kerkelijke inrichting en taal geheel overeenstemmende, toch ieder hunnen eigenen kerkeraad enz. zouden hebben. Met het oog op die afzonderlijke organisatie kan dus, voor den tijd na Augustus 1571, duidelijkheids-halve, gesproken worden van de Nederlandsche vluchtelingen-kerk te Keulen, en zelfs, nog meer bepaald, van de Nederduitsche vluchtelingen-kerk (daar ook de Waalsche vluchtelingen te Keulen, reeds om het verschil van taal, hunnen eigenen kerkeraad hadden); maar eigenlijk is dat toch niet geheel juist. Het was en het bleef ééne Kerk of Gemeente; gelijk dan ook in het genoemde Accoord, in den aanhef van art. 1, dit beginsel op den voorgrond stond, dat „de Broederen het zij die voors. Nederlanderen ofte Inghesetene” erkend en beschouwd werden als „tsaemen in een Ghemeynte wesende een Corpus oft lichaem zijnde.”
|63|
brieven met oock die instructienn ende punctenn welcke die gedeputeerde die reysenn sullenn op het provinciael und generael Sinodum metsullenn dragenn um vuer te geven.
Den 31 Augusti.
Presentes: Adriaen, Johan de Roy, Droochbroot, Lenert, Sibertus.
Item beschlossen dass Adriaen von Koninxloo sall von wegen der gemeinte verleggen acht und twinctich daller und overtellen Johan de Roy umb das Synodum provinciael zu Achen zu versuchen, und folgens dar-nach das generael in den Niderlanden mit Siberto, von welcken daller wederom komende sijn, sal darvon den Consistorio rekentschap geven, und hyr tegen so bald als dass gelt von der gemeinte ist ingefordert, als dan sall das Consistorium Adriaen voors. von den verluchten penningen genocht doen.