3. Brief van de gedeputeerden ter voorbereiding van de Emdensche Synode aan den Kerkeraad der Nederduitsche vluchtelingenkerk te Londen, d.d. 24 Juli 1571 (Uit: Eccl. Londin-Bat. Arch., Tom. II, Epp. et Tract. blzz. 378-387).
Genade ende vrede van God den Vader door Jesum Christum onsen Heere ende Heylandt, Amen.
Eersame Heeren ende seer geliefde broeders inden Heere. Wij onderschreuen broederen doen v L. verstaen, hoe dat eenige onser met wtgewekene broederen, die wij vmmers meijnen dat Godt van herten vresen, ende de welvaert ende opbouwinge syner Gemeijnte soucken, nu onlanx bij haer seluen hebben ouerslagen, Offmen niet eens een generale bijeencompste ende vergaderinge soude cunnen becomen van de Kercken die althans door Gods sonderlinghe genade so wel inde Nederlanden onder t’ cruys bewaert worden, als oock die allenthaluen door de wille dësselfs verstroyt sijn. Ende hebben sulx hare goetgedachte voornemen eenige vande voornaemste Dienaren des Woordts ende anderen broederen tot Heydelberch ende Franckendael residerende voorgehouden. De welcke het selfde vermits de groote ende wtnemende vruchten die daer wt den Ghemeijnten Christi Jesu in toecomenden tijt ende oock staende dese algemeijne verstroyinge soude mogen toecomen, hebben onbeswaert der seluer broederen voorgeuen voor heylich goet ende nootsakelick ingesien, ende opte selfde begeert dat sij toch met alder diligentie eenige wyder middelen souden willen voorwenden, om dat dit ter eerster gelegender tyt int werck gestelt soude mogen worden, gelyck v L. dan oock wt den bijgevoechden brief [A] der voerseiden Dienaren tot Heijdelberch woonacht. die sij aen de kercke van Wesel ende elwaerts in ghelyke tenoor hebben geschreuen volcomelicken sult verstaen, daer sij dan oock eenige artijculen bijgeuoecht hebben, van de welcke hen goet gedacht heeft dat men in so een vergaderinge soude mogen verhandelen. Tis nu also dat de voerseiden broeders ende aengeuers van so een heylich concept terstonts daerna sijn gereijst bij onsen genedigen Heere den Prince van Oraengien &c. om hier op te aenhoren het auijs ende den goeden wille van syn Excellentie de welcke sulx niet alleen voor goet ende
|58|
nootwendich gheacht heeft, dan heeft daer beneuen oock wel genedichlicken belooft sijn authoriteijt daer ouer te willen interponeren, als ons de godsalige ende hoochgeleerde Heere Philippus van Marnix, genaemt van Mont sint Aldegonde onsen lieuen broeder selfs mondelick heeft aengedient, dewelcke van syn Excellentie brieuen van credentie voor hem brengende bij de welcke alle gemeijnten van syn Excellentie versocht worden volcomelick geloof toe te stellen in al het ghene hij van wegen syne Excellentie soude voordragen, mette andere bijgeuoechde broeders gereijst is in het Prouinciael Sijnodo te Betber in het sticht van Coelen den iiijen Julij lestleden gehouden, alwaer te dier tijt vergadert sijn geweest sekere Dienaren des Woordts der Nederlantsche Kercken daer ontrent residerende, ende oock een Dienaer des Woordts te Bruijsel, met noch een ouderlinck der Gemeijnte van Antwerpen, den welcken altesamen de voerseide van Aldegonde heeft voorgestelt sekere artijculen [B], die wij v L. alhier nu ouerseynden, met corte beantwoordinge ofte Apostillen des voerseiden Prouinciael Sijnodi in mergine aengeteijkent, waer in v L. sien mogen de eendrachtige bestemminge der nootsakelickheijt van een algemeijne oft generale vergaderinge der voerseiden wtghewekene ende oock onder t’ cruys suchtende gemeenten ter eerster gelegentheijt ende op eenen sekeren prefixen tijt te celebreren. Tot welcken eynde het voorgemelte Prouinciael Synodus ons onderschreuen beyde haer heeft gecommitteert ende met een versocht dat wij in der ijle souden reijsen aen de Nederlantsche Kercken in het Lant van Cleef haer onderhoudende om oock haerlieder aduijs daer op te anhoren. Het welcke wij dan also gedaen ende ons tot Wesel hebben geuonden, alwaer de voerseide van Aldegonde selfs in persoon is geweest, ende heeft de propositie der voerseiden angeuers met ons den wt-gewekenen Dienaren ende broederen aldaer, oock helpen voordragen, ende henlieden het aduijs kies voerseiden Prouinciael Sijnodus vertoont mette voerseide gheapostilleerde beantwoordinge der bijgeuoechde artyculen, ende hen met een mondelick verclaert ende angedient de genedige ende goede affectie die syn Excellentie daer toe hadde. Al het welcke bij die van Weesel met Christelicker andacht ouergeweecht sijnde, hebben sulx oock eendrachtelick gheauoueert, ende gans nootwendich gheacht dat so een algemeyne vergaderinge beijde der binnen ende buytenlantsche Kercken metten alder eersten te wege gebracht soude mogen werden; ons wyders tot dien eijnde authoriserende, dat wij desgelijx oock an die andere Cleefsche ende Eemdelantsche wtgewekene gemeijnten souden versouken, also wij dan oock metterdaet sijn nagecomen ende gelyke aduys ende genegentheijt tot dese sake vande voerseide Cleefsche kercken voor eerst gheimpetreert hebben. Ghelyck v L. het seluige wt den brief [C] des voerseiden van Aldegonde aen de Duytsche en Francoijsche wtgewekene broederen te Eembden woonende, gheschreuen, ende v L. hier bij werdt ouergesonden genoech sullen vernemen &c.
Dit dan aldus te Wesel ende bij andere gemeenten daer ontrent synde bij ons verricht wesende, syn wij ylende naer Eembden getogen, ende hebben aldaer oock eijntelick, na veele beraetslaginge van wtgewekene
|59|
Dienaren ende broederen van verscheyde prouincien so veel gheobtineert dat sij inde substantie des voorgeuens bewillicht ende geconsenteert hebben. Maer want dit wel de aldermeeste swaricheyt is wanneer ende tot welcker plaetse men dit alles op het bequaemste ende sonder perijkel hoe eer hoe beter soude cunnen int werck stellen, so hebben wij wt laste ende beuel des voerseiden Prouinciael Synodus ende der broederen van andere gemeijnten, metten wtgeweken Dienaren ende broederen alhier, die inde voorgestelde propositie bewillicht hebben, so veele vercregen, dat ons bij een yeder natie een persoon gestelt ende begevoecht is geworden, mette welcke wij, om dese sake also gans secreet te houden, vande tyt ende plaetse souden delibereren, ende oock besluyten, namelick waer ende wanneer men dese voerseide algemeyne bijcompste der kercken op het be-qwaemste soude mogen ten effecte brengen. Welcke bijgeuoechde persoon den tijt ende plaetse niemant anders en soude vercondigen dan den genen die wt syn natie gedeputiert soude werden in dese algemeyne vergaderinge te reysen, ende dat oock niet eer ende voor de tijt der houdinge desselffs nu bij na voor de duer syn soude, om also alle voorvallende peryculen ende verraderije (so de duijuel met syne trawanten toch niet en slaept) te voorcomen ende euiteeren.
Dewyle wij dan alhier metten voerseiden wt eelcke natie ons bijgeuoechden broederen vanden tijt ende plaetse syn geresolueert, ende wij ons niet anders en cunnen persuaderen of v L. sullen in so een heijlich ende goet voornemen mette andere Dienaren ende broederen van herwaerts ouer oock geerne bewilligen, so heeft het ons niet ongeraden gedacht de selue middelen, om deze sake gans ende so veel het vmmer-mcer mogelick is secreet te houden, v L. also oock voor te dragen, ende den tyt ende plaetse in desen niet wtdruckelick ofte oopentlick te nomineeren, dan sulx in desen ingeleyden besloten brief met D geteekent te specificeren, den welcken v L. nadat sij inde substantie van dese alhier voorgedragene ende geaccordeerde sake sullen bewillicht hebben, v L. Dienaer des woordts der Nederduijtsche gemeijnte te Londen terstonts mogen ouer antwoorden, ten eynde hij de seluige met eenige andere Dienaren ende broederen, so wel der Franchoische als der Nederduijtsche gemeijnten, daer toe ghestelt, sal mogen communiceeren, ofte andere Dienaers also besloten ouerseijnde, De welcke den inhouden des-selfs dengenen wijders sullen alleen vercondigen die van v L. gedeputeert sullen worden om opte voerseide algemeijne vergaderinge te verschijnen. Tis nu also dat wij alhier van de tyt ende plaetse niet absoluytelick geresolueert souden hebben, indien dese sake so wel in de voor-somer als in de nasomer des tegenwoordigen iaers eerst voorgegeuen ende also verde gebrocht hadde geweest, en connen wel vernemen dat v L. ons sulx niet ten besten hadden mogen affnemen, vermits de mennichte der loffelicke Gemeynten aldaer florerende ende het getal ende gauen van dese van herwerts ouer maschien verde passeerende; De welcke men in sulcken geual voor eerst hadde moeten besouken, om metten selfden al het geene voerseid is voor alle andere kercken te consulteeren. Maer want dit wt anders geen oorsake en is nagelaten, dan om dat den
|60|
tyt des voor iaers ende somers wat verlopen, ende dat wij daeromme alhier van den tyt ende plaetse geresolueert sijn, om of het v L. vermits den naest bijwesenden winter ongelegen waer eenige gedeputeerde broederen wt v L. gemeijnten herwaerts ouer te schicken, datter eeuenwel dit Jaer noch eens een algemeijne bijeencompste van alle de gemeijnten, die hier sijn, ghehouden mochte werden. Dan of het v L., so wij wel verhoopen ja, niet iegenstaende den verlope des tyts eenichsins gelegen mochte wesen ten prefixen tyt ende plaetse daer dit sal geschieden te compareren, so is onse hertelick bidden v L. willen den jegenwoordigen metten alder eersten soot v belieft, doen copieren ende die den anderen Gemeynten aldaer met v L. scriftelicke vermaninge om in desen handel te bewilligen, doen adheresseeren: als wij ook bidden van desen bijgeuoechden brief [E] bij handen van Monsr dAldegonde aen v L. geschreuen, ende ons van hem belast den seluen, so haest wij hier te Eembden gedaen souden hebben, aen v L. ouer te seijnden, de welcke met noch andere van gelyken inhoudt door de haesticheijt van ons vertreck van Wesel de voerseide van Aldegonde ons heeft behantreijckt ende vergeten te superscriberen ende subsigneren. Dies wij dan eerst alhier te Eembden gewaer syn geworden. Maer om v L. desen aengaende alle scrupulus ende nadencken te benemen, hebben wy v L. bij den voerseiden ongeteykenden brief den voornoemden geteykenden brief ouergesonden aen de wtgewekene dienaren ende broeder alhier geschreuen ten eijnde v L. deene bij dander leggende sien mogen dat het een handt is ende van een ende den seluen man geschreuen. Welcke onse duechtelick excuijs wij ons oock versien dat v L. int goede sullen opnemen. Om dan hier eens een eynde te maken so willen wij v L. in den Name onses Heeren Jesu Christi ende van wegen sijner Lieue Gemejjnte welhertelicken gebeden hebben, sij willen desen brief ende alle andere bijgeuoechde opene brieuen ende stucken indient v L. goetdunckt terstonts doen wtschrijuen ende de seluige oock andere gemeenten toeschicken, Ten eynde sij lieden in alder diligentie daer op geresolueert synde, eenige godtsalige ende treffelicke mannen vol des H. Gheests, met v L. te samenderhant mochten verkiesen die hen bij dese Heylige algemeijne vergaderinge ten prefixen tyde ende plaetse inder yle mochten laten vinden, Om van alle voorvallende saken ende geproponeerde ofte meer andere swaren questien te verhandelen ende communiceren, ter eeren Godes almachtich ende tot opbouwinge Syner lieue Gemeijnte; Ende dit alles nae het hertelick begeeren des voerseiden Prouinciael Sijnodus ende der andere versochte kercken. Twelck doende v L. niet alleen Gode almachtich een seer welgeuallich werck ende dienst doen sullen, dan sullen oock den Prince van Oraengien etc onsen genedigen vorst end Heere een sonderlinge materie beraden om hem van gantscher herten van v L. ende van alle andere wtgewekene ende oock noch inlandische Gemeijnte haere groote eenicheijt beijde inder Leeringe ende conuersatie te verblijden, ende door dien eenen meerderen moet te grijpen om de algemeyne verlossunge door Godts genadige hulpe an de handt te nemen ende volvoeren.
|61|
Hier mede den seluen getrouwen Godt ende Vader onses Heeren Jesu Christi wel hertelick beuolen. Actum onder ons, hier toe gecommitteert sijnde, gewoonlike handt ende subsignatie den XXIIIen dach van Julius anno 1571.
Die alle v L. zeer goetwillige vrunden ende broeders in den
Heere.
Vester in Christo frater Gerardus Culenborgquus verbi
Dei minister.
Willem van Zuijlen van Nijeuelt.
Wy onderschreuen broederen als gedeputeert synde van enighe broederen wt elcker natie te Eembden woonachtich om mette bouengeschreuen gecommitteerde broederen van den tyt ende plaetse deser algemeijner vergaderinge der Kercken na luijt huerder Commission te resolueren, bekennen en certificeren bij desen dat wij met hen een sekeren dach ende plaetse bestemt hebben na inhoudt des besloten briefs hier bouen gementioneert ende opten rugge met D getekent. Oorconde ons handen hier onder gestelt tot Eembden den XXIIIIen July Anno 1571.
Gherardus mortaingne ad hoc a nonnullis Flandris
deputatus.
Joannes Polyander Gallicanae Ecclesiae Minister, Emdae,
ad praescriptum a fratribus deputatus.
Cornelius Rhetius deputatus a certis quibusdam fratribus
nationis Brabantiae et Zelandiae ad praescriptum 5. 24. 1571.
Isbrandus Hardenvichius fratrum rectorum nomine
ecclesiae Firisae.