|31|

De Dordtse Kerkenordening onder de loep

 

Het is nuttig de DKO eens wat nader onder de loep te nemen. De DKO is in onze kringen altijd heftig verdedigd tegen aanvallen van buiten af. En het is ontegenzeggelijk een feit, dat ze in vergelijking met andere kerkelijke organisatievormen niet ten onrechte verdedigd is. Met name wat de in alle kerkgemeenschappen aanwezige zucht naar hiërarchische ordening betreft, steekt de DKO gunstig af. In dat opzicht verdient ze een medaille voor bewezen diensten.

Wanneer men zich echter gaat inzetten voor de verdediging van de DKO, is het gevaar niet denkbeeldig, dat men zich er zo mee gaat vereenzelvigen, dat men blind wordt voor gebreken die er toch heus wel in aan te wijzen zijn. Men gaat de DKO dan als iets bijna onaantastbaars beschouwen, als iets dat met huid en haar geslikt en met hand en tand verdedigd moet worden.

Natuurlijk wordt er in de particuliere sfeer wel critiek geleverd op bepaalde onderdelen van de DKO. Men kan hier en daar wel eens horen zeggen, dat ze eens op de helling moet. Maar het blijft allemaal in de vrijblijvende particuliere sfeer. Het feit dat synodes slechts uiterst zelden en moeizaam tot kleine wijzigingen komen, spreekt boekdelen.

|32|

Het gevolg is dat de DKO als een rem op bepaalde schriftuurlijke ontwikkelingen gaat werken. Men redeneert in dergelijke gevallen als volgt: de ontwikkelingen binnen een bepaalde gemeente zijn op zichzelf gezien weliswaar niet onschriftuurlijk, maar ze zijn wel in strijd met een of andere onderlinge afspraak, zoals die in een artikel van de DKO of in een synodebesluit is geformuleerd. Omdat we ons aan onze afspraken moeten houden, kan die ontwikkeling dus niet getolereerd worden, tenzij alle kerken zouden besluiten de desbetreffende afspraak te wijzigen of te laten vervallen. Dat is echter een utopische verwachting, wat tot gevolg heeft dat elke ontwikkeling in de kiem gesmoord wordt en het kerkelijk leven verstart, allereerst wat het organisatorisch functioneren ervan betreft, maar als gevolg daarvan natuurlijk ook in andere opzichten.

Om dit te doorbreken is het noodzakelijk en plein public eens enkele harde dingen over de DKO te zeggen. Ik beperk me in het kader van mijn betoog tot enkele fundamentele zaken betreffende de ambtelijke organisatie en de kerkelijke samenkomsten. Aan het eind van dit geschrift geef ik in een bijlage een ietwat meer gedetailleerd overzicht van de DKO. Misschien zijn er mensen die zich door mijn opmerkingen over de huidige kerkelijke organisatie geschokt voelen. Ik hoop het. Want mogelijk kan die schok hen tot de ontdekking brengen hoe bouwvallig het dak boven hun hoofd is.