- De besluiten van een kerkelijke vergadering hebben bindende
|79|
  kracht volgens de uitspraken van de Schrift en de orde van de
  kerk.163
  - Elk gemeentelid behoort zich te voegen naar de leiding van de
  kerkenraad en elke plaatselijke gemeente behoort zich te
  onderwerpen aan de besluiten die de kerken gemeenschappelijk
  hebben genomen onder aanroeping van Gods Naam en in
  overeenstemming met Zijn Woord.164
  - Na de besluitvorming wordt de minderheid altijd geacht zich
  stilzwijgend aan te sluiten bij het gevoelen van de meerderheid
  der vergadering.165
  - Als het bezwaar van de minderheid van zeer ernstige aard blijkt
  te zijn, kan de vergadering besluiten, terwille van het heil en
  de vrede der gemeenten, niet tot de uitvoering van het genomen
  besluit over te gaan of deze nadere beslissing uit te stellen tot
  een latere vergadering.166
  - Als tot uitvoering van een besluit wordt overgegaan en iemand
  om des gewetens wil daarmede niet kan instemmen, kan de
  vergadering besluiten dit bezwaar in de betrokkene te verdragen
  op zulk een wijze dat hij niet gedwongen wordt iets te doen of te
  beloven wat tegen de overtuiging van zijn geweten ingaat, mits
  hij zich niet openlijk of in het verborgene tegen het betreffende
  besluit verzet.167
- Consciëntiebindende bepalingen en besluiten verschillen wezenlijk van ordebepalingen en maken als zodanig genomen een noodzakelijk
  163 Mattheus 18: 20, Handelingen 15: 22-29 en 16: 4;
  artikel 31 DKO; H. Bouwman, Gereformeerd Kerkrecht II, blz. 15,
  52.
  164 H. Bouwman, idem, blz. 20-21, 52, 54, 66; F.L. Rutgers,
  Kerkelijke Adviezen I, blz. 261, 264.
  165 H. Bouwman, Gereformeerd Kerkrecht, II, blz. 54, 55; K. de
  Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 177.
  166 Zie voor een nadere uitleg van deze regel vooral H. Bouwman,
  Gereformeerd Kerkrecht, II, blz. 56. Bouwman ontleende deze
  uitzonderingsbepaling aan G. Voetius, Politica Ecclesiastica.
  IV,178. Vergelijk K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 178.
  167 H. Bouwman, idem.
|80|
  stuk van de godsdienst uit. Ze dienen ten volle gegrond te zijn
  op Gods Woord.168
  - Van consciëntiebindende bepalingen en besluiten is alleen
  sprake indien er geen appèlmogelijkheid meer bestaat en de
  generale synode een bepaling of besluit als zodanig heeft
  aangemerkt.
  - Het is noodzakelijk geen meerderheidsbesluiten te nemen over
  zaken die de consciëntie zouden binden, terwijl Gods Woord er
  niet zo duidelijk over spreekt. Daardoor wordt voorkomen dat de
  mening van de minderheid als onschriftuurlijk zou moeten worden
  afgewezen.169
  - Als een kerkelijk besluit kennelijk in strijd komt met Gods
  Woord, de belijdenis of de geldende kerkorde, behoeft het niet
  voor “vast en bondig” gehouden te worden.170 Elk
  gemeentelid, elke ambtsdrager en iedere mindere vergadering heeft
  dan het recht om aan het besluit rechtsgeldigheid te
  ontzeggen171 en langs kerkordelijke weg naar
  verandering te staan.172
- De kerkenraad, die de gemeente vertegenwoordigt, bezit, gelet op de zelfstandigheid en de vrijheid der gemeente, de bevoegdheid om
  168 Mattheus 28: 19, Mattheus 15: 9, Jakobus 4: 12;
  Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 32. Zie F.L. Bos, De orde
  der kerk, blz. 123 (Emden, 1571); H. Bouwman, Gereformeerd
  Kerkrecht II, blz. 56; K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, blz.
  178.
  169 K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 178.
  170 K. de Gier, idem, blz. 178; F.L. Bos, De orde der kerk, blz.
  122,123 (Arnhem 1598, Hoorn 1602).
  171 1 Korinthe 4: 6, Galaten 5: 1; Nederlandse Geloofsbelijdenis,
  artikel 32; F.L. Bos, De orde der kerk, blz. 124.
  172 Zie het slot van artikel 31 DKO. Algemeen gebruikt men de
  uitdrukking dat alle besluiten van de meerdere vergadering voor
  vast en bondig worden gehouden voor zover ze niet strijden met
  Gods Woord, de belijdenis en de kerkorde. Vergelijk F.L. Bos, De
  orde der kerk, blz. 122, 123; K. de Gier, De Dordtse Kerkorde,
  blz. 179.
|81|
  in het alleruiterste geval173 uit het kerkverband te
  treden, gezien ook het vrijwillige karakter van het deelnemen
  daaraan.174
  - Indien de meerdere vergadering, nadat het uiterste is gedaan om
  binnen het kerkverband te komen tot oplossing van het geschil,
  onder dreiging van tucht de aanvaarding en de uitvoering van het
  besluit blijft eisen, terwijl de kerkenraad daaraan om des
  gewetens wil niet kan voldoen,175 vindt heroverweging
  plaats van de positie binnen het kerkverband.
  - Een besluit tot verlating van het kerkverband kan alleen worden
  genomen in een wettig samengeroepen vergadering van de
  kerkenraad,176 en na een geldige besluitvorming, die
  zich kenmerkt door brede discussie, formulering en afweging van
  argumenten en schriftelijke stemming.
  173 W.A. van Es, Over de bevoegdheid tot schorsing en
  afzetting van Ouderlingen en Diakenen, Kampen, 1946, blz. 57.
  174 H. Bouwman, Gereformeerd Kerkrecht II, blz. 57, 66-67, K. de
  Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 180.
  175 K. de Gier, De Dordtse Kerkorde, blz. 180.
  176 Zie paragraaf 2.5.1. en 2.5.2.