|58|

3. Toelichting op de Handleiding bij de kerkelijke rechtspraak

 

3.1. De bepalingen van de Dordtse Kerkorde

Er is een aantal bepalingen in de Dordtse Kerkorde, dat een zorgvuldige procedure vereist. Daarvoor is door het Deputaatschap bij de Hoge Overheid van de Gereformeerde Gemeenten een Handreiking opgesteld, die door de generale synode is besproken en later als Handleiding aan de kerkenraden is aangeboden. In dit hoofdstuk wordt die algemene handleiding toegespitst op een aantal van belang zijnde artikelen van de Dordtse Kerkorde. Het zijn praktische uitwerkingen in de vorm van een toelichting. In de toelichting wordt (vooral in de noten aan het eind van elke pagina) verwezen naar de gebruikelijke literatuur.

Het gaat hier om appèl- en tuchtzaken. Een lid heeft de mogelijkheid om appèl aan te tekenen tegen een besluit van een kerkelijke vergadering. Daar een lid ook kan appelleren tegen de wijze van afgeven van een attestatie en een weigering om de afgegeven attestatie te aanvaarden, kan aan dit onderwerp niet worden voorbijgegaan. Het is duidelijk dat de toepassing van de kerkelijke tucht ten aanzien van gemeenteleden en ambtsdragers ook om de nodige zorgvuldigheid vraagt.

Een aantal artikelen uit de kerkorde is in dit licht van bijzonder belang. Het betreft:

- de bevoegdheid van de kerkelijke vergaderingen (artikel 30);
- de besluitvorming in de kerkenraad (artikel 37);
- de toegang tot de besluiten (artikel 34);
- det recht van appèl (artikel 31);
- de kracht van de kerkelijke besluiten (artikel 31);
- het geestelijke karakter van de tucht (artikel 71);
- de broederlijke vermaning en de kerkelijke tucht (artikel 72-74);
- de kerkelijke vermaning of de stille censuur (artikel 76);
- de christelijke ban of de trappen van censuur (artikel 77);

|59|

- de censuur over ambtsdragers (artikel 79 en 80);
- de verzoening door middel van schuldbelijdenis (artikel 75);
- de wederopneming van de geëxcommuniceerde (artikel 78);
- de attestaties (artikel 82).