Ordinantie 10 Het opzicht

 

III. Het opzicht over belijdenis en wandel

Artikel 9.

Bevoegdheden

Een middel van kerkelijke tucht dat voor onbepaalde tijd is toegepast, wordt opgeheven nadat berouw is gebleken en verzoening met de gemeente tot stand gekomen is.
Tot opheffing is bevoegd het kerkelijk lichaam dat — in laatste aanleg — tot toepassing van het middel van kerkelijke tucht heeft besloten, zulks op verzoek van de betrokkene dan wel van de betrokken ambtelijke vergadering(en).