Ordinantie 10 Het opzicht

 

III. Het opzicht over belijdenis en wandel

Artikel 7.

Het opzicht van de ambtelijke vergaderingen

Het opzicht over de leden van de gemeente berust — met inachtneming van het in deze ordinantie overigens bepaalde — bij de (wijk)kerkenraad,
met dien verstande dat dit opzicht, indien het betreft een beslissing over toepassing van een van de middelen van kerkelijke tucht, wordt opgedragen aan het college van predikant(en) en ouderlingen, gehoord het regionale college voor het opzicht.