Artikel 9.
Bevoegdheden
Zij die zijn belast met de beslissing over het toepassen van een
middel van kerkelijke tucht, kunnen als uiterste middel van
kerkelijke tucht, bij ergerniswekkende hardnekkigheid in een
onchristelijke belijdenis of levenswandel op grond waarvan reeds
één of meer middelen van kerkelijke tucht zijn toegepast,
uitspreken dat zij daardoor de gemeenschap van betrokkene met
gemeente en kerk verbroken achten.
De toepassing van dit middel kan, indien een beslissing daartoe
wordt genomen door het college van predikant(en) en ouderlingen,
alleen plaatsvinden in overleg met het betrokken regionale
college voor het opzicht.