Artikel 8.
De colleges voor het opzicht
Aan het regionale college voor het opzicht wordt voor een periode van telkens vier jaar door de algemene classicale vergadering toegevoegd een adviserend lid dat de hoedanigheid van meester in de rechten bezit. Het adviserend lid wordt benoemd uit de belijdende leden, bij voorkeur wonend in het rechtsgebied van het betreffende college.