Artikel 9.
Bevoegdheden
Een middel van kerkelijke tucht voor onbepaalde tijd kan worden
opgeheven indien de desbetreffende feiten en omstandigheden
daarvoor aanleiding vormen en nadat het bestaan van berouw bij de
betrokkene is gebleken.
Hiertoe is bevoegd het kerkelijk lichaam dat in laatste aanleg
tot toepassing van het middel van kerkelijke tucht heeft
besloten, zulks ambtshalve of op verzoek van de betrokkene dan
wel van de betrokken ambtelijke vergadering(en).1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 10-9-9, besluit generale synode d.d. 20 april 2012, ingegaan 1 januari 2013.