Ordinantie 10 Het opzicht

 

III. Het opzicht over belijdenis en wandel

Artikel 10.

Behandeling in eerste aanleg

Indien zij die zijn belast met het houden van opzicht, van oordeel zijn dat er reden voor een onderzoek inzake belijdenis en wandel respectievelijk de vervulling van een ambt, dienst of functie dan wel indien een beschuldiging terzake is ingebracht, nemen zij de zaak onverwijld, doch in ieder geval binnen twee maanden in behandeling, en wordt aan degenen tegen en door wie de beschuldiging is ingebracht, mededeling gedaan van de ontvangst van de beschuldiging met vermelding van de termijn waarbinnen betrokkene de gelegenheid heeft daarop schriftelijk te antwoorden alsmede van het verdere verloop van de procedure. De behandeling van zaken, het opzicht betreffende, is steeds mede er op gericht deze zonder vertraging tot afdoening te brengen.