Artikel 8.
De colleges voor het opzicht
Het generale college voor het opzicht bestaat uit vijf leden, door de generale synode benoemd uit de predikanten en ouderlingen en wel zo dat in het college ten naaste bij evenveel predikanten als ouderlingen zitting hebben. De leden worden voor een periode van acht jaar benoemd volgens een door de kleine synode vast te stellen rooster. Zij kunnen niet voor een aansluitende periode worden herbenoemd.