G82.2 Onderlinge steun (hulpbehoevende kerken)

(deputaten GS11)

 

Inventarisatie generale regelingen

Deputaten werken volgens onderstaande regeling:

1. Voor 2012 en volgende jaren beoordelen deputaten de financiële draagkracht van de particuliere synoden die een verzoek om aanvullende steun doen, en kennen zij een bedrag aan steun toe door middel van een omslag over alle leden van de kerken; deputaten verrichten hun werkzaamheden binnen het vastgestelde budget.
2. Bij het beoordelen van de financiële draagkracht van een particulier ressort nemen deputaten mede in overweging of door de ter plaatse geldende regelingen voldoende aandacht wordt besteed aan de eigen

|75|

inspanningsverplichting van de kerken die steun ontvangen; deputaten zullen zo nodig handreikingen doen voor het berekenen van normbedragen; ook wordt door hen nagegaan of de steun uitsluitend wordt gebruikt voor de instandhouding van een predikantsplaats en niet (bijvoorbeeld) voor bijzondere projecten of het opbouwen van reserves.
3. Bij het verlenen van steun spelen alle kerkelijke vergaderingen een rol, in die zin dat er sprake zal zijn van een piramidale opbouw: hoe dichter een kerkelijke vergadering betrokken is bij de instandhouding van de erediensten in een hulpbehoevende kerk, des te meer mag van haar een bijdrage worden verwacht; de ressorten Friesland en Gelderland worden voorlopig bij het toepassen van deze regel uitgezonderd, omdat daar vanouds de steunverlening rechtstreeks door de PS-deputaten gebeurt.
4. Een particulier ressort komt pas in aanmerking voor aanvullende steun wanneer door kerkleden in dat ressort reeds een bedrag per ziel wordt opgebracht van € 6,00 (als totaal van het classicale en het particulier-synodale quotum), en de reserve van het ressort dit noodzakelijk maakt.
5. De inning van het quotum en het beheer van de gelden worden op de gebruikelijke wijze opgedragen aan deputaten financiën & beheer (F&B), die tevens zorg dragen voor uitbetaling van de toegekende steunbedragen. De verdere uitwerking van regelgeving en normeringen vindt plaats in overleg met deputaten F&B. Daarbij zal worden betrokken de vraag of na 2014 deputaten F&B volledig met de uitvoering van de steunverlening kunnen worden belast, waardoor dan een afzonderlijk deputaatschap niet meer nodig zou zijn.
6. Deputaten rapporteren, in samenspraak met deputaten F&B, aan de eerstvolgende generale over mogelijke overdracht van alle taken aan deputaten F&B.
(GS Harderwijk 2011-2012, bijlage 9.4)

 

Overwegingen HKO

1. Het wegvallen van de PS-en in de nieuwe kerkorde heeft ingrijpende consequenties voor de steunverlening door deputaten GS11.
2. Deputaten GS11 bezinnen zich op een nieuwe route van kerkverbandelijke steunverlening.
3. De nieuwe kerkorde en de daardoor noodzakelijke bezinning op kerkelijke steunverlening biedt een mogelijkheid om de verschillende vormen van onderlinge financiële steun in het kerkverband nader op elkaar af te stemmen. De belasting van de verschillende regio’s is nogal verschillend. Bovendien vraagt de problematiek van nieuw gestichte gemeenten na afbouw van de steun door OOG goed overleg tussen deputaten OOG en deputaten GS11. De GS 2011-2012 blies dat overleg af, maar dat was vóór de vaststelling in eerste lezing van de nieuwe kerkorde.

 

Voorstel

De synode stelt bij art. G82.2 op voorstel van deputaten GS11 en in overleg met deputaten HKO een generale regeling steun aan hulpbehoevende kerken vast.