F81 Revisie

 

Generale regeling voor revisieverzoeken

Toelichting

|70|

Generale Synode Zwolle-Zuid 2008-2009

Deze synode heeft belangrijke stappen gezet waar het het onderwerp ‘revisie’ aangaat. Er is een duidelijk terminologisch onderscheid aangebracht tussen de begrippen herziening en revisie. Het begrip ‘revisie’ wordt gebruikt in verband met besluiten die een kerkelijke, meerdere vergadering neemt op grond van haar normale bevoegdheid. De vergadering fungeert hier als ‘bestuursorgaan’. Dit in tegenstelling tot de term ‘herziening’ die ziet op de taak van een meerdere vergadering als ‘kerkelijk rechter’. Herziening wordt verzocht van een uitspraak. De ‘gereviseerde’ kerkorde heeft dit onderscheid gecodificeerd in de artikelen F81 (revisie) en F78 (herziening). Herziening is in de herziene kerkorde nog slechts mogelijk van een uitspraak in hoger beroep van de generale synode.

De synode heeft een regeling vastgesteld voor de behandeling van revisieverzoeken op generaal-synodaal niveau (artikel 16, besluit 2, van de Acta):

1. revisie kan worden verzocht van besluiten van de synode, voor zover het niet betreft uitspraken in appèlzaken, waarvoor een eigen regeling bestaat (zie Acta art. 46);
2. mindere kerkelijke vergaderingen kunnen revisieverzoeken indienen met betrekking tot elk besluit van de synode;
3. kerkleden kunnen revisie verzoeken terzake van besluiten van de synode waardoor zij rechtstreeks in hun eigen belang zijn getroffen;
4. revisieverzoeken met betrekking tot een materie die naar art. 30 KO vast onderdeel uitmaakt van de agenda van de synode kunnen niet worden ingediend zolang de mogelijkheid bestaat om via een door de synode vastgesteld inspraak- of inbrengtraject bezwaren en verzoeken tot wijziging ter kennis van de synode te brengen;
5. indien met betrekking tot een materie die naar art. 30 KO vast onderdeel uitmaakt van de agenda van de synode een generaal deputaatschap is aangesteld, kan een revisieverzoek niet worden ingediend alvorens in overleg met bedoeld deputaatschap is geprobeerd tot overeenstemming te komen;
6. revisieverzoeken met betrekking tot generaal-synodale besluiten dienen rechtstreeks bij de generale synode te worden ingediend;
7. revisie van generaal-synodale besluitvorming, ook al is die van oudere datum, dient niet als een ‘nieuwe zaak’ naar art. 30 KO te worden beschouwd.

Bij onderdeel 3 van deze regeling is de volgende toelichting gegeven (bijlage bij artikel 16, besluit 2):

1. Van het recht van revisie op generaal-synodaal niveau dient terughoudend gebruik te worden gemaakt.
2. Regel 2 bevat de hoofdregel dat revisie in beginsel een zaak is van de mindere kerkelijke vergaderingen en niet van individuele kerkleden.
3. Regel 3 staat in de context van regel 2. Regel 3 kent het recht van revisie toe aan die kerkleden die “terzake van besluiten van de synode rechtstreeks in hun eigen belang zijn getroffen”.
4. Naast de kerkelijke vergaderingen (regel 2) komt het recht van revisie dus alleen toe aan ‘direct belanghebbenden’ bij het besluit (regel 3).
5. Er is sprake van een ‘rechtstreeks getroffen zijn in eigen belang’ als wordt voldaan aan de drie volgende voorwaarden:
a. er moet sprake zijn van een persoonlijk belang bij het desbetreffende besluit.
Toelichting: Betrokkene moet zich daarin objectief onderscheiden van anderen. Een sterk (emotioneel) gevoel van betrokkenheid bij het besluit is niet voldoende.
b. er moet sprake zijn van een eigen belang.
Toelichting: Het besluit moet betrokkene aangaan of raken. Het gaat niet om de behartiging van een collectief belang, maar om een besluit dat de betrokkene zelf treft. Iemand die van oordeel is dat een besluit revisie behoeft in het algemeen belang van de kerken, heeft geen revisierecht op de generale synode, maar dient regel 2 te volgen.
c. er moet sprake zijn van een direct causaal verband tussen het besluit en het

|71|

belang van betrokkene.
Toelichting: Er moet sprake zijn van een aantoonbare samenhang tussen het besluit en degene die daardoor getroffen is. Het besluit heeft op hem of haar betrekking of raakt hem of haar rechtstreeks. Betrokkene moet kunnen aantonen dat hij of zij concrete gevolgen ondervindt van het besluit in onderscheiding van anderen.

Voorts heeft deze generale synode uitgesproken:

a. dat nadere bepalingen over de criteria waaraan een revisieverzoek moet voldoen niet nodig zijn; bewaking van de ‘kwaliteit’ moet niet zozeer worden gezocht in formele regels, maar in inhoudelijke en bestuurlijke kwaliteit;
b. dat differentiatie naar inhoud, soort en importantie van besluiten die onderwerp van een revisieverzoek kunnen zijn, niet gewenst is;
c. dat een synode die besluit tot wijziging van beleid in belangrijke en gevoelige zaken gebruik kan maken van een traject van besluitvorming in eerste en tweede lezing, parallel aan dat wat eerder is vastgesteld voor wijziging van de kerkorde (Acta GS Zuidhorn 2002, art. 19).

Tot slot heeft de generale synode besloten voor de voorbereiding van de behandeling van revisieverzoeken door de generale synode in het Huishoudelijk reglement van de synode als regel vast te stellen:

1. bij het begin van de zittingen maakt een kleine commissie een globale inventarisatie van de binnengekomen revisieverzoeken;
2. en doet vervolgens aan het moderamen c.q. de synode per onderwerp voorstellen voor een adequate behandeling en ook voor de bemensing van de behandelende synodecommissie;
3. de synode besluit niet dan nadat de indiener van het revisieverzoek en - waar van toepassing - het deputaatschap dat het revisieverzoek regardeert, in de gelegenheid zijn gesteld namens de synode te worden gehoord.

 

Generale Synode Harderwijk 2011-2012

De acta vermeldt in artikel 12:

Ordevoorstel revisieverzoeken
De GS Zwolle-Zuid 2008 stelde een nieuwe regeling vast voor de ontvankelijkheid van revisieverzoeken (Acta, art. 16, besluit 2a). De synode van 2011 is de eerste waarop deze regeling in praktijk moet worden gebracht. De indruk bestaat dat de hoofdzaken van deze regeling goed bekend zijn geworden onder de kerken. Dit geldt echter niet voor het onderdeel 5: indien met betrekking tot een materie die naar art. 30 KO vast onderdeel uitmaakt van de agenda van de synode een generaal deputaatschap is aangesteld, kan een revisieverzoek niet worden ingediend alvorens in overleg met bedoeld deputaatschap is geprobeerd tot overeenstemming te komen. Voor zover valt na te gaan heeft niet één van de indieners van een revisieverzoek aan deze regel gevolg gegeven. Zijn ze daarom alle onontvankelijk? Het moderamen is van mening dat zo’n beslissing geen recht zou doen aan de betrokken kerken. Om een oplossing te vinden is contact gezocht met de deputaten die deze regeling hadden opgesteld. Dit leidt tot het volgende voorstel:

Besluit:
a. bij de GS 2011 ingediende revisieverzoeken niet op grond van de regel van
de GS Zwolle-Z 2008, Acta art. 16, besluit 2a sub 5 onontvankelijk te verklaren, terwijl ze niet op een onjuist begrip van de besluittekst gebaseerd zijn;
b. indien er in een revisieverzoek sprake zou zijn van onjuist begrip van een synodebesluit, per geval te beoordelen, op voorstel van de behandelende

|72|

commissie, of alsnog tijdens de duur van deze synode vooroverleg tussen de indiener en de betrokken deputaten gevoerd dient te worden;
c. deputaten herziening kerkorde te vragen om de volgende synode te dienen met een aangepaste formulering van de onder a. genoemde regel, waarbij de ervaringen van deze synode worden verwerkt;15
d. deputaten administratieve ondersteuning op te dragen in de periode 2011-2014 alle indieners van een revisieverzoek naar de betrokken deputaten terug te verwijzen, om na te gaan of de indieners beschikken over toereikende informatie en het revisieverzoek zich richt op een goed begrepen besluit.

Gronden:
1. de regel in Acta GS 2008, besluit 2a sub 5 bedoelde slechts een filter te zijn voor revisieverzoeken die berusten op ontoereikende informatie en/of onvoldoende kennis van de besluiten waarvan herziening wordt gevraagd;
2. de toepassing van de regel blijkt moeizaam te verlopen, waardoor enerzijds coulance, anderzijds extra aandacht voor de uitvoering noodzakelijk is.

Het voorstel wordt na korte bespreking met algemene stemmen als besluit aanvaard.

De synode heeft voorts in de Huishoudelijke Regeling voor generale synoden (bijlage 9.1 bij de acta) de volgende bepalingen omtrent revisieverzoeken en de behandeling daarvan opgenomen:

Artikel 1: voorbereiding van de synode
(..)
7. Deputaten AO gaan na of inzenders van een revisieverzoek overleg met het betreffende deputaatschap hebben gehad om tot overeenstemming te komen.

Artikel 5: commissies
(..)
2. Het moderamen benoemt bij het begin van de synode eveneens een kleine commissie die ingekomen revisieverzoeken inventariseert en per onderwerp voorstellen doet voor een adequate behandeling en de samenstelling van de behandelende synodecommissie. De synode besluit over een revisieverzoek niet dan nadat de indiener ervan en - waar van toepassing - het deputaatschap dat het revisieverzoek regardeert, in de gelegenheid zijn gesteld namens de synode te worden gehoord.
(..)

Artikel 10: deelnemers aan de besluitvorming
(..)
4, Leden van de generale synode die het besluit nam waarvan revisie wordt gevraagd, behoeven zich niet te onthouden van de besluitvorming omtrent het revisieverzoek;
(..)
7. Deputaten onthouden zich van deelname aan de bespreking indien de synode een verzoek om revisie, het deputaatschap betreffende, behandelt.

Kerkorde in eerste lezing

De Generale Synode van Harderwijk 2011-2012 heeft in eerste lezing in de nieuwe kerkorde in artikel F81 de volgende regeling voor revisieverzoeken gegeven:

F81.1 Revisie kan worden verzocht van besluiten van de generale synode, voor zover het niet betreft uitspraken in hoger beroep.


15 Aan deze opdracht wordt voldaan met deze generale regeling.

|73|

F81.2 Kerkenraad en classis kunnen revisie verzoeken met betrekking tot elk besluit van de generale synode.
F81.3 Kerkleden kunnen alleen revisie verzoeken van besluiten van de generale synode waardoor zij rechtstreeks in hun eigen belang zijn getroffen.
F81.4 Een revisieverzoek wordt ingediend en door de generale synode behandeld volgens de vastgestelde generale regeling.

De algemene beginselen van het revisierecht liggen vast in artikel F81.1 tot en met F81.3: wie kunnen revisie vragen waarvan.

Artikel F81.4 bepaalt dat er een generale regeling moet komen voor de indiening en behandeling van revisieverzoeken. Hetgeen vorige generale synoden hebben vastgesteld zal in deze generale regeling verwerkt dienen te worden.

Generale regeling voor revisieverzoeken als bedoeld in artikel F81.4 van de kerkorde

Artikel 1 Mogelijkheid van revisie
1. Revisie kan worden verzocht van besluiten van de generale synode.16
2. Revisie kan niet worden verzocht van uitspraken in hoger beroep en van uitspraken in verzoeken tot herziening.17
3. Revisie kan niet worden verzocht van besluiten waarbij de generale synode een inspraak- of inbrengtraject heeft vastgesteld, langs welke weg bezwaren en verzoeken tot wijziging ter kennis van de generale synode kunnen worden gebracht.
4. Indien het besluit van de generale synode waarvan revisie wordt verzocht een onderwerp betreft waarvoor een deputaatschap is ingesteld, treedt verzoeker, alvorens het revisieverzoek in te dienen, in overleg met dit deputaatschap. Verzoeker vergewist zich ervan dat zijn bezwaar tegen het besluit van de generale synode niet berust op een onjuist begrip van dit besluit. Het deputaatschap zal verzoeker van de nodige informatie voorzien en nagaan of en zo ja, op welke wijze, aan de bezwaren van verzoeker tegemoet gekomen kan worden.18

Artikel 2 Bevoegdheid19
1. Kerkenraad en classis kunnen revisie verzoeken met betrekking tot elk besluit van de generale synode.
2. Kerkleden kunnen alleen revisie verzoeken van besluiten van de generale synode waardoor zij rechtstreeks in hun eigen belang zijn getroffen.
3. Van een rechtstreeks getroffen zijn in eigen belang is sprake als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:20
a. er moet sprake zijn van een persoonlijk belang bij het desbetreffende besluit;21


16 Artikel F81.1 is hier letterlijk overgenomen. De Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008-2009 sprak uit “dat differentiatie naar inhoud, soort en importantie van besluiten die onderwerp van een revisieverzoek kunnen zijn, niet gewenst is”.
17 Dit volgt uit artikel F81.2 en F78.
18 Dit artikellid ziet de problemen waarvoor de Generale Synode van Harderwijk 2011-2012 zich gesteld zag bij de uitvoering van het besluit van de Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008-2009. Deze synode had bepaald: “indien met betrekking tot een materie die naar art. 30 KO vast onderdeel uitmaakt van de agenda van de synode een generaal deputaatschap is aangesteld, kan een revisieverzoek niet worden ingediend alvorens in overleg met bedoeld deputaatschap is geprobeerd tot overeenstemming te komen”. Geen van de verzoekers om revisie had dit overleg gevoerd. De synode besloot niet tot het uitspreken van een niet-ontvankelijk. De bepaling bedoelde slechts een filter te zijn voor revisieverzoeken die berusten op ontoereikende informatie en/of onvoldoende kennis van de besluiten waarvan revisie wordt gevraagd.
19 Dit artikel betreft deels een herhaling van hetgeen in artikel F81 reeds is geregeld. Het wordt herhaald om vervolgens het ‘eigen belang’ nader te kunnen definiëren.
20 Acta Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008-2009, artikel 16, besluit 2. De bijlage bij artikel 16, besluit 2 bevat de tekst van voetnoot 9, 10 en 11.
21 Betrokkene moet zich daarin objectief onderscheiden van anderen. Een sterk (emotioneel) gevoel van betrokkenheid bij het besluit is niet voldoende.

|74|

b. er moet sprake zijn van een eigen belang;22
c. er moet sprake zijn van een direct causaal verband tussen het besluit en het belang van betrokkene.23

Artikel 3 Indiening
1. Revisie van een besluit van de generale synode wordt rechtstreeks verzocht bij de generale synode.24
2. De wijze waarop de inhoud van het revisieverzoek wordt vormgegeven is vrij.25
3. De schriftelijke indiening geschiedt op de door de generale synode in de huishoudelijke regeling voorgeschreven wijze.
4. Deputaten administratieve ondersteuning van de generale synode gaan bij ontvangst van het revisieverzoek na of verzoekers overleg met het betreffende deputaatschap hebben gehad, conform artikel 1, lid 5 van deze generale regeling.

Artikel 4 Behandeling en besluitvorming
1. De behandeling van het revisieverzoek geschiedt op de door de generale synode in de huishoudelijke regeling vastgestelde wijze.
2. De generale synode besluit over een revisieverzoek niet dan nadat verzoeker en - waar van toepassing - het deputaatschap dat het revisieverzoek regardeert, in de gelegenheid zijn gesteld namens de generale synode te worden gehoord.
3. Leden van de generale synode die het besluit nam waarvan revisie wordt gevraagd, behoeven zich niet te onthouden van de besluitvorming omtrent het revisieverzoek.
4. Deputaten onthouden zich van deelname aan de bespreking indien de generale synode een verzoek om revisie, het deputaatschap betreffende, behandelt.
5. Verzoeker wordt op de door de generale synode in de huishoudelijke regelingen vastgestelde wijze in kennis gesteld van het besluit op het revisieverzoek.

Artikel 6 Rechtsmiddel
Tegen het besluit op een revisieverzoek kan slechts worden opgekomen door bij een volgende generale synode opnieuw om revisie te verzoeken.


22 Het besluit moet betrokkene aangaan of raken. Het gaat niet om de behartiging van een collectief belang, maar om een besluit dat de betrokkene zelf treft. Iemand die van oordeel is dat een besluit revisie behoeft in het algemeen belang van de kerken, heeft geen revisierecht op de generale synode. Het ligt dan op de weg zijn kerkenraad te bewegen tot een revisieverzoek.
23 Er moet sprake zijn van een aantoonbare samenhang tussen het besluit en degene die daardoor getroffen is. Het besluit heeft op hem of haar betrekking of raakt hem of haar rechtstreeks. Betrokkene moet kunnen aantonen dat hij of zij concrete gevolgen ondervindt van het besluit in onderscheiding van anderen.
24 Een verzoek tot revisie doorloopt dus niet de kerkelijke weg langs de mindere vergaderingen.
25 De Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008-2009 sprak uit “dat nadere bepalingen over de criteria waaraan een revisieverzoek moet voldoen niet nodig zijn; bewaking van de ‘kwaliteit’ moet niet zozeer worden gezocht in formele regels, maar in inhoudelijke en bestuurlijke kwaliteit”.