Deputaten zijn benoemd na de vaststelling van de nieuwe kerkorde in eerste lezing in september 2012. Dit rapport wordt een jaar later opgemaakt. Dat betekent dat er relatief weinig tijd was om de ontvangen opdracht uit te voeren. Hieronder treft u een overzicht van wat gedaan is.
Opdracht 1: de in eerste lezing vastgestelde kerkorde aan de classes te zenden
Deputaten hebben in december 2012 de kerkenraden en classes geattendeerd op de in eerste lezing vastgestelde tekst van de herziene kerkorde (met doorlopende nummering van artikelen volgens synodebesluit van 1 juni 2012). De tekst van deze brief is te vinden in Bijlage E.
Opdracht 2: de kerken desgevraagd te dienen met voorlichting
Deputaten hebben in april 2013 drie meetings georganiseerd waar
de kerken zich konden laten informeren over de nieuwe kerkorde:
in Gouda, Apeldoorn en Assen. De opkomst lag in alle drie
gevallen boven de vijftig, in Assen boven de zestig.
In mei 2013 zijn alle generale deputaatschappen uitgenodigd voor
een informatie- en afstemmingssessie in het Gbouw in Zwolle.
Op binnengekomen vragen hebben deputaten gereageerd. Meest
schriftelijk, maar een paar keer ook door een bezoek van een
avond aan een kerkelijke vergadering. In de beantwoording van
vragen van particulieren is terughoudendheid betracht. Deputaten
zien zich als dienaren van de gezamenlijke kerken en niet als
deputaat van ieder kerklid hoofd voor hoofd.
De nieuwe kerkorde heeft consequenties voor de kerkenraden, de
classes en de nieuwe PS- en. De artikelen E62.3 en E65.3
schrijven een regeling van hun werkzaamheden voor. Deputaten
hebben hiervoor modellen gemaakt dan wel laten maken. We noemen
hier met erkentelijkheid de hulp die deputaten ontvingen van mr.
W.H.K. Dijksterhuis en ds. J. Luiten. Deze regelingen worden niet
door de generale synode vastgesteld, maar door kerkenraad resp.
classis of PS. De modellen die we kerkenraden, classes en PS-en
aanbieden, behoeven dan ook geen synodale vaststelling of
goedkeuring, maar we bieden ze de synode wel ter kennisname aan.
|6|
Ten aanzien van de in art. G83.2 genoemde voorschriften voor een deugdelijke administratieve organisatie verklaarde het Steunpunt KerkenWerk het als zijn taak te zien daarin de kerken van het nodige te voorzien.
Opdracht 3: de vaststelling van de kerkorde in tweede lezing voorbereiden
Deputaten hebben bijgedragen aan de publicatie van de nieuwe kerkorde op de website van de kerken. Zij hebben alle kerken aangeschreven met informatie over de procedure van de vaststelling in tweede lezing. Ook op hun voorlichtingsbijeenkomsten hebben ze het proces toegelicht en aangegeven wat nu van de kerken verwacht wordt. Daarbij is ook aandacht gegeven aan de vraag wat zwaarwegende consideraties zijn.
De termijn voor de indiening van consideraties door de classes is door de Generale Synode van Harderwijk 2011-2012 vastgesteld op 1 januari 2014. Dat betekent dat over een substantieel onderdeel van het werk van deputaten in dit rapport nog niets kan worden gezegd. Daarover zal op een later tijdstip separaat gerapporteerd worden. De indruk die we tijdens onze voorlichtingsbijeenkomsten hebben gekregen is dat de nieuwe kerkorde over het algemeen positief ontvangen wordt.
Opdracht 4: overgangsrecht en inwerkingtreding van de nieuwe kerkorde
De datum van vaststelling van de kerkorde in tweede lezing is niet de datum van inwerkingtreding ervan. Er dient voldoende tijd te zijn voor de implementering. Met name de liquidatie van de particuliere synoden (PS-en) en de vorming van de PS-en nieuwe stijl vergt tijd. Dat de huidige PS-en jaarlijks vergaderen is een bijkomende complicatie. Wij verwachten op dit moment dat de inwerkingtreding van de nieuwe kerkorde op zijn vroegst per 1 juli 2015 mogelijk is.
Er zijn twee zaken waar de overgang van de huidige naar de nieuwe
kerkorde complex is:
a. de liquidatie van de huidige PS-en en de vorming van de
nieuwe: daarvoor hebben deputaten een draaiboek gemaakt. Dat
hebben ze aan de PS-en toegezonden, zodat die tijdig aan de
noodzakelijke maatregelen kunnen beginnen. We hopen dat de
generale synode onze handelwijze fiatteert en het draaiboek
definitief vaststelt;
b. beroeps- en andere zaken die onder de huidige kerkorde zijn
begonnen, maar nog niet zijn afgewerkt bij de inwerkingtreding
van de nieuwe kerkorde. Deputaten doen ook daarvoor een voorstel.
Bij de vaststelling in tweede lezing van de nieuwe kerkorde dient
duidelijk te zijn wat vanaf dan als statuut van de kerken in de
zin van de wet c.q. als vigerend recht binnen de kerken geldt.
Wat gaat als generale regelgeving mee onder de nieuwe kerkorde?
Waar is krachtens de nieuwe kerkorde aanpassing nodig van
bestaande regelingen?
Na de vereniging van de afgescheiden en de dolerende kerken tot
De Gereformeerde Kerken in Nederland is in 1893 besloten om
schoon schip te maken en uitdrukkelijk te bepalen welke besluiten
en regelingen uit het verleden ook in de nieuwe situatie
rechtskracht zouden hebben. Alle andere zouden gelden als
ingetrokken.
Deputaten achten dat ook nu de geëigende weg. Alleen wat door de
synode van 2014 expliciet wordt vastgesteld vormt bindend recht
binnen de kerken.
Het risico van deze handelwijze is dat er regelingen uit het
verleden over het hoofd gezien worden dan wel ongewenste lacunes
ontstaan.
Deputaten achten dit bezwaar niet onoverkomelijk. Daarvoor voeren
ze twee overwegingen aan:
a. ook zonder dat er op enig punt gepositiveerd recht is, kunnen
de kerken en de deputaten wel rechtmatig handelen. Schrift,
belijdenis, kerkorde en bestaande generale regelingen bevatten
voldoende materiaal om binnen verantwoorde kaders en op
zorgvuldige wijze zo nodig nieuw recht te ontwerpen;
|7|
b. als mocht blijken dat deputaten bij hun inventarisatie van regelingen uit het verleden iets over het hoofd hebben gezien, dan gaat het waarschijnlijk om iets dat in de praktijk niet heel erg vaak gebruikt wordt. Er staat de kerken in zulke situaties niets in de weg om met gebruik van de oude bepalingen en alle regelingen die er wel zijn aan nieuwe afspraken te werken.
Opdracht 5: verzamelen en ontwerpen generale regelingen
De synode droeg deputaten op haar opvolgster te dienen met: a. een overzicht van alle bestaande generale regelingen; b. een overzicht van de bestaande generale regelingen die geen aanpassing behoeven; c. een overzicht van de bestaande generale regelingen die wel aanpassing behoeven, voorzien van voorstellen daartoe; d. overzicht van noodzakelijke nieuwe regelingen, voorzien van voorstellen daartoe.
Ad a
Deputaten hebben gebruik gemaakt van een overzicht van generale
regelingen, instructies, uitvoeringsbepalingen, besluiten e.d.
vanaf 1944 tot heden, dat Ikenius Antuma voor hen vervaardigd
heeft.
De Acta van 1892 tot 1944 zijn niet in het onderzoek van Antuma
betrokken. Deputaten hebben zelf via de bekende ‘klapper van
Bouma’ relevante en in de praktijk nog gebruikte bepalingen en
besluiten geselecteerd uit deze periode.
Uit het overzicht van Antuma hebben deputaten datgene
geselecteerd wat naar hun oordeel viel in de categorie ‘generale
regelingen’. Daartoe behoren ook besluiten met een algemene
regulerende strekking. Wat er niet toe behoort zijn beleids- en
visiedocumenten, instructies, incidentele maatregelen en
regelingen die betrekking hebben op niet meer bestaande
instellingen of gebruiken.
Het resultaat van deze inventarisatie hebben deputaten gezonden
aan de deputaatschappen op wier gebied de respectieve generale
regelingen betrekking hebben, met de vraag of dit overzicht
spoorde met hun bevindingen.
De totaaloverzichten van Antuma en deputaten zijn voor de synode
beschikbaar.
Ad b, c en d
Tot de categorie generale regelingen die geen aanpassing
behoeven, behoren in strikte zin heel weinig regelingen. Maar
vaak zijn de aanpassingen niet inhoudelijk maar marginaal.
Deputaten hebben ervoor gekozen het geheel van bestaande, te
veranderen en nieuw te vervaardigen regelingen aan te bieden in
één geïntegreerd document.
In hoofdstuk 6 vindt u bij de desbetreffende kerkordeartikelen
een overzicht van bestaande regelingen, vergezeld van datgene wat
er naar het oordeel van deputaten HKO aan veranderd of toegevoegd
dient te worden.
De voorgestelde nieuwe regelingen zijn met de deputaatschappen en
kerkelijke instanties die op het bewuste terrein actief zijn,
gecommuniceerd. Zij hebben de gelegenheid ontvangen hun reactie
te geven. Hun inbreng is zoveel mogelijk verwerkt. Waar zij zich
niet kunnen vinden in het uiteindelijke voorstel van deputaten
HKO is hun inbreng bijgevoegd. Voor deze route is gekozen omdat
het ons niet efficiënt lijkt de synode langs verschillende lijnen
en op verschillende tijdstippen te confronteren met de
vaststelling van generale regelingen. Dat kan beter via de ene
weg en de geïntegreerde behandeling van het rapport van deputaten
HKO. Op die manier kan bovendien zo nodig worden gewaakt over de
consistentie van inhoud, opzet en redactie van de verschillende
regelingen. Uiteraard worden bij de behandeling van de generale
regelingen de betrokken deputaatschappen door (het secretariaat
van) de synode uitgenodigd.
Vaststelling en wijziging van generale regelingen gaat op een lichtere manier dan vaststelling en wijziging van de kerkorde. Er is bij generale regelingen geen sprake van een vaststelling in eerste en tweede lezing, er zijn geen classisconsideraties. Elke synode kan wanneer dat nodig of opportuun is een generale regeling vaststellen of veranderen.