Nopens die Dienaars, die nu alreede in den dienst des Woords zijnde tot eene andere gemeente beroepen worden, zal desgelijks zoodanige beroeping geschieden, zoowel in de steden als ten platten lande, door den Kerkeraad en de Diakenen, met onderhouding van de regeling, die daarvoor plaatselijk in gebruik of door den Kerkeraad vastgesteld is, en van de generale kerkelijke ordinantiën over de beroepbaarheid van hen, die buiten de Nederlandse Gereformeerde Kerken gediend hebben, en over het meer dan eenmaal beroepen van denzelfden Dienaar in dezelfde vacature; in Kerken met niet meer dan één Dienaar ook met advies van de Classe of van den hiertoe door de Classe aangewezen consulent, waar zulks tot nog toe gebruikelijk is geweest; en voorts in alle Kerken met approbatie van de Classe, aan welke de voorzeide beroepenen vertoonen zullen goede kerkelijke attestatie van leer en leven, en met approbatie van de lidmaten der Gereformeerde gemeente van de plaats, wanneer, de naam des Dienaars den tijd van veertien dagen haar voorgesteld zijnde, geen hindernis daartegen komt; waarna de beroepenen met voorgaande stipulatiën en gebeden zullen bevestigd worden, naar het Formulier daarvan zijnde.