Een predikant die krachtens ordening B art. 42.1 sub b LKO eervol ontslagen is en de status van emeritus-predikant heeft verkregen en een oud-predikant die de bevoegdheid tot de bediening van Woord en sacramenten behouden heeft als bedoeld in ordening B art. 42b.2 LKO, is met ingang van 1 mei 2004 eervol van het ambt ontheven predikant als bedoeld in ord. 3-26-1 en behoudt overeenkomstig ord. 3-27-2 voor een periode van vier jaar de bevoegdheid tot de bediening van Woord en sacramenten (zie hiervoor ovb. 169a).1
1 Wijziging overgangsbepaling 167 (verw. ovb. 169a), besluit generale synode d.d. 19 april 2012, ingegaan 1 januari 2013.