De regeling als bedoeld in ord. 13-2a-12 HKO die bij de bezetting
van een predikantsplaats voor een beperkte werktijd door het
breed moderamen van de provinciale kerkvergadering is
vastgesteld, blijft van kracht,
tenzij — met inachtneming van het bepaalde in ord. 3-17-2 en 3 —
een nieuwe beschrijving van de werkzaamheden wordt vastgesteld en
een andere voorziening wordt getroffen.