Wanneer de lidmaten van een (wijk)gemeente bij de laatstgehouden zesjaarlijkse stemming aan de kerkenraad het recht van voordracht hebben gegeven als bedoeld in ord. 3-8 HKO, worden zij geacht de kerkenraad tot 1 januari 2005 te hebben gemachtigd om voor elke vacature een dubbeltal vast te stellen als bedoeld in ord. 3-6-6.