Een vrijstelling als bedoeld in ubp. 10.2 GKO geldt als de vrijstelling als bedoeld in ord. 3-19. Indien geen periode is vastgesteld, bepaalt het breed moderamen van de classicale vergadering voor 1 juni 2004 na het overleg als bedoeld in ord. 3-19-1 voor welke periode de vrijstelling geldt.