Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

Het bepaalde in ord. 13-29a HKO blijft van kracht voor de predikanten op wie de rechtspositieregeling van de NHK van toepassing is, totdat daarvoor — met de vaststelling van een rechtspositieregeling overeenkomstig het bepaalde in ord. 3-16-4 — een nieuwe regeling is getroffen,
met dien verstande dat de ontheffing van het ambt geschiedt door het breed moderamen van de classicale vergadering en dat de predikant voor een periode van vier jaar beroepbaar predikant wordt.