Het bepaalde in ord. 13-29a HKO blijft van kracht voor de
predikanten op wie de rechtspositieregeling van de NHK van
toepassing is, totdat daarvoor — met de vaststelling van een
rechtspositieregeling overeenkomstig het bepaalde in ord. 3-16-4
— een nieuwe regeling is getroffen,
met dien verstande dat de ontheffing van het ambt geschiedt door
het breed moderamen van de classicale vergadering en dat de
predikant voor een periode van vier jaar beroepbaar predikant
wordt.