De regeling als bedoeld in ord. 13-4-3 HKO die is vastgesteld ten aanzien van de arbeid van een predikant voor bijzondere werkzaamheden en de afspraken als bedoeld in ubp. 11.2 sub 3 GKO blijven van kracht, tenzij — met inachtneming van het bepaalde in ord. 3-23-4 — een nieuwe regeling wordt getroffen.