Deel II: Bijzondere overgangsbepalingen

 

Ordinantie 3

Een predikant die de eer en de naam van een dienaar des Woords behouden of ontvangen heeft als bedoeld in art. 11 of 12 GKO en op wie een andere dan de kerkelijke rechtspositieregeling van toepassing is, is met ingang van 1 mei 2004 predikant met een bijzondere opdracht als bedoeld in ord. 3-23, verbonden aan de ambtelijke vergadering die verantwoordelijk is voor het werk dat de predikant ambtelijk verricht.