§ 34.
Kerkelijk Bestuur bij de Waalsche Kerken in Nederland.

Op de vermelde grondslagen is dan het Kerkbestuur gebouwd in de Hervormde Kerk van Nederland. Het is dus bovenal toepasselijk op deszelfs talrijkste Afdeeling, die der Nederduitsche Kerk. Maar

|135|

gedeeltelijk zijn voor de overige met haar vereenigde, en op de Synode vertegenwoordigde Kerken, wat het bijzonder bestuur betreft, nadere bepalingen gemaakt.

Er bestonden toch sints geruimen tijd in Nederland, behalve de Nederduitsche Kerk, andere Kerken, van elders hier ingeplant. Koophandel of ook godsdienstvervolging gaven aanleiding tot de vestiging van Waalsch-Fransche, Engelsche, Schotsche, Hoogduitsche Kerken. — Dezelve waren vroeger meer of min onafhankelijk, of stonden in betrekking tot derzelver Moederkerk. Doch nadat het getal van derzelver Leden langzamerhand verminderd is, nam ook dat der Gemeenten af, en de onafhankelijkheid der voor hare belangen wakende Commissiën. In de eene Hervormde Kerk van Nederland zijn alle Hervormde Kerken, zoo Nederduitsche, als Waalsche, Duitsche, Engelsche, Schotsche, schoon in verschillende mate, ingelijfd. — Als zoodanig zijn zij allen aan hetzelfde algemeene bestuur, dat der Synode, onderworpen, doch voor de mindere Kerkbesturen zijn verschillende bepalingen daargesteld.

 

De meest talrijke der vreemde Kerken in Nederland, zijn de Waalsche Kerken (1). Derzelver bestuur bestaat in de Synode, — de Waalsche Commissie, — de Reunie of vergadering der Waalsche Kerken — en de Kerkeraden.

Ingelijfd bij de Hervormde Kerk zijn de algemeene


(1) Boven, bl. 76.

|136|

kerkelijke bepalingen en wetten ook op haar toepasselijk; de Besluiten der Synode, waar ook zij door één harer Afgevaardigden worden vertegenwoordigd, ook voor haar verbinden, tenzij van dezelven uitzonderingen ten haren behoeve gemaakt worden (1). Doch de huishoudelijke belangen der Waalsche Kerken worden door haar zelven geregeld.

Derzelver behartiging is in de eerste plaats opgedragen aan de Waalsche Commissie of de Commissie tot de huishoudelijke zaken der Waalsche Kerken in Nederland. — Deze Commissie bestaat uit vijf Predikanten en een Ouderling der Waalsche Kerken, die benoemd worden door den Koning uit een drietal, door de Commissie geformeerd. — Jaarlijks treedt één Gecommitteerde af, doch is weder verkiesbaar. — De Ouderling treedt na een jaar zitting af (2).

De vergaderingen worden gehouden in ’s Hage (3), in het begin van Januarij, April en Julij, behalve die ten tijde en ter plaats der Reunie; nevens andere buitengewone vergaderingen (4).

De werkzaamheden dezer Commissie bestaan in het algemeen in de waarneming van de werkzaamheden,


(1) Alg. Regl., Art. 68, bij v.d. Tuuk, I. 23.
(2) Ald Art. 69-71.
(3) Ald. Art. 75.
(4) Minist. Dispos. van 17 Jan. 1817 en 30 Maart 1818 niet opgenomen in het Handb. van v.d. Tuuk, maar in de (bl. 76) aangehaalde Réglemens généraux et particuliers a l’usage des Églises Wallonnes, Art. 75, en p. 116, Art. 6.

|137|

die aan de Provinciale en Klassikale Besturen zijn opgedragen, — en dus meer bijzonder in het afnemen van de Examina der Kandidaten tot de heilige dienst (1), — de schikkingen, omtrent het Examen der Catechiseermeesters (2), — het oppertoezigt over de finantiëele belangen der Waalsche Kerken, en derzelver behartiging (3). — Zij is daarenboven gemagtigd om buiten ’s lands vertrekkende Kandidaten, ten einde in dienst te treden in zulke Gemeenten, bij welken de Fransche taal gebruikelijk is, met oplegging der handen, en na voldaan te hebben aan de behoorlijke vereischten, in te zegenen (4). Zij verrigt ook de schriftelijke Kerkvisitatie overeenkomstig hare inrigtingen, — de werkzaamheden bij beroepingen en vakaturen, en die van kerkelijk opzigt en tucht; — en voorts alle zoodanige, welke aan de voormelde Kerkbesturen zijn opgedragen.

Behalve deze bestendige Waalsche Commissie, die in de plaats der Provinciale en Klassikale Besturen


(1) Regl. op het Examen, Art. 4, bij v.d. Tuuk, t.a.p. I. bl. [?] — en gerevid. Regl., Art. 4, in de Handel. der Synode, 1831, bl. 71, en vertaald Réglement sur l’Examen et l’admission au Ministère, Art. 4, — en Réglemens particuliers, Art. 7, te vinden in de aangeh. Régl. généraux, p. 22, 29, 116.
(2) Regl. op het Godsd. Onderw., Art. 21, bij v.d. Tuuk, I. 320. — Régl. Wall., p. 49, 50, en Régl. partic., Art. 34. Ald. p. 125.
(3) Alg. Regl., Art. 72. — Régl. Wall., p. 22. — Régl. partic., Art. 40-42, 118 verv., p. 126, 127, 152 sqq.
(4) Handel. der Synode, 1820, bl. 93-94, — en v.d. Tuuk, t.a.p. II. 30, 31.

|138|

optreedt, kan jaarlijks eene vergadering van Afgevaardigden der Waalsche Kerken bijeenkomen, ter vervanging, zooveel zulks noodig is, der klassikale vergadering. Dezelve heet de Reunie. Zij handelt over de huishoudelijke belangen der Kerken (1).

Dezelve vergadert beurtelings in alle de steden, waar Waalsche Gemeenten gevestigd zijn, na den afloop en de bekenwording van de handelingen der jaarlijks gehouden Synode, en wordt alsdan door de Waalsche Commissie zamengeroepen. — Elk der Waalsche Kerken zendt twee Afgevaardigden met beslissende stem ter vergadering, een Predikant en een Ouderling, of onder verantwoording, twee andere Leden. Alleen zendt de plaats, waar de Reunie gehouden wordt, drie Leden met delibererende en beslissende stemmen. — De overige Leden der Consistoriën kunnen ter vergadering zonder stem tegenwoordig zijn; de Predikanten in costuum, de Ouderlingen en Diakenen in het zwart.

Deze Reunie, die de huishoudelijke belangen regelt, is meer nog bevorderlijk aan het zedelijk oogpunt. Zij moet vooral dienen om den band te bewaren tusschen de Waalsche Kerken, waarom men de bijwoning derzelver zeer heeft aangemoedigd. — Zij wordt met eene Leerrede geopend, gehouden door


(1) Men vindt al de Waalsch-kerkelijke bepalingen nopens de Reunie, gegrond op het Alg. Regl., Art. 65, verzameld in de Régl. partic., Chapitre II: de la Réunion annuelle, Art. 62-105, in de Régl. Wall., b.a. p. 132-148. Dezelve geven den algemeenen gang dier vergadering te kennen.

|139|

een der Leeraren, daartoe in de voorgaande Reunie gekozen. Deze Leerrede werd vroeger beoordeeld door de vergadering, in het afwezen van den Redenaar, hetgeen later afgeschaft is. — Ook de daaropvolgende orde der vergadering is naauwkeurig bepaald (1).

Voorts zijn er gewone Kerkeraden (Consistoires) in grootere steden, waar meer dan 10,000 Hervormden zijn. — Elders bestaan thans de speciale Kerkeraden, als gecommitteerd, nevens de Predikanten, uit de groote Kerkeraden (2). — Deze of gewone of speciale Kerkeraad is belast met de huishoudelijke zaken van iedere Gemeente. Zij treedt in al de regten der Hervormde Kerkeraden, en houdt zich vooral bezig met het bestier der Gemeente, met de beroeping van Leeraren, de benoeming van Kerkeraadsleden en de uitoefening van kerkelijke tucht. Alle bijzondere bepalingen zijn aan de Gemeente aanbevolen (3).


(1) Régl. partic., Art. 87 verv. 96-105.
(2) Boven bl. 130.
(3) Minist. Dispos. d.d. 20 Oct. 1817, bij v.d. Tuuk, I. 60 verv., en voorts boven § 32 over de Kerkeraden.


Royaards, H.J. (1834)