Zij zijn bevoegd predikanten, ouderlingen en diakenen af te zetten, en aan emeriti-predikanten, aan hen, die de bevoegdheid van emeriti hebben, en aan candidaten tot den Heiligen Dienst het heilig dienstwerk te verbieden. 1)
|34|
1) In dezen gewijzigden vorm is dit art. in werking gekomen 15 Jan. 1917. (Zie bij art. 49 aant.).