Tot dat einde:
1º. correspondeeren zij met alle kerkelijke Besturen en Colleges
zonder uitzondering, en, waar zij het noodig achten, ook met alle
burgerlijke en rechterlijke, of met bijzondere personen;
2º. geven zij der Synode geregeld die berichten van hunne
verrichtingen en zenden aan haar die verslagen der Classicale
Besturen toe, welker mededeeling door de bestaande reglementen
gevorderd, of door hen zelve geraden mocht geacht worden.