De leden der Classicale en Provinciale Besturen worden benoemd
door de Classicale Vergadering, te houden 1) in de
hoofdplaats der classe of in eenige andere plaats binnen haar
ressort, door haar zelve te bepalen. 2)
De leden der Commissie tot de zaken der Waalsche kerken worden
benoemd door eene Waalsche vereeniging of Réunie, welke, zooveel
zulks mag te pas komen, de Classicale Vergaderingen vervangende,
jaarlijks ten minste éénmaal gehouden wordt op zoodanige plaats,
als door de Réunie des vorigen jaars zal bepaald zijn.
1) Met ingang van 15 Januari 1943 is de datum
uit dit artikel geschrapt en vervangen door een toevoeging van
twee leden aan het slot van art. 40, welke een vergadering van
twee dagen mogelijk maakt en de onderwerpen, die op een
buitengewone Classicale Vergadering kunnen worden behandeld,
uitbreidt.
2) Deze toevoeging is in werking gekomen 15 Jan. 1921,
naar aanleiding van een verzoek van de Class. Verg. van Zutphen,
om Doetinchem als plaats van vergadering aan te wijzen. Opdat
niet telkens wetswijziging zou noodig zijn, werd deze toevoeging
voorgesteld, bedoelende, dat in bijzondere gevallen de Classicale
Verg. de vrijheid hebbe zich een andere vergaderplaats dan de
hoofdplaats der classe te kiezen. Hand. 1919 bl. 71-73, 85; 1920
bl. 161-162; Bijl. B. 1921 bl. 160.