De leden van dit Bestuur worden, met hunne secundi, benoemd door
de Classicale Vergadering, bij vrije keuze.
Uit de leden van het Bestuur benoemt de Classicale Vergadering
eenen Praeses, Assessor en Scriba en eenen secundus-Scriba
1). Zij bekleeden deze functies voor den duur van hun
zittingstijd. 2)
De Scriba en secundus-Scriba 3) worden bij voorkeur
gekozen uit de predikanten van de classicale hoofdplaats of hare
nabijheid.
1) Deze alinea is, gewijzigd tot het woord
Scriba, tegelijk met de wegneming van de woorden „Praeses,
Assessor en Scriba en verdere” uit de eerste al., in werking
getreden 15 Januari 1913, opdat duidelijk zou worden
uitgesproken, dat Praeses, Assessor en Scriba niet als zoodanig,
maar als leden zitting hebben in het Class. Bestuur. Hand. 1911
bl. 175-186, 199-201; 1912 bl. 500-510, 541-542; Bijl B. 1913 bl.
302.
De toevoeging van „en eenen secundus-Scriba” is, in verband met
wijziging van artt. 6 en 47, in werking gekomen 1 Jan. 1931. Zie
aant. 4 bij art. 6.
2) Deze toevoeging is in werking getreden 1 Januari
1934. De laatste alinea, waarin bepaald werd, dat Praeses,
Assessor en Scriba gedurende den tijd van
|28|
hunne zitting als zoodanig werkzaam bleven is hiermede
vervallen. Ter voorkoming van verwarring wordt nu vermeld, dat
ook de secundus-Scriba voor den duur van zijn zittingstijd als
zoodanig verkozen wordt. Hand. 1932 bl. 102, 154-156, 243; 1933
bl. 172-175, 284.
De Syn. Com. verklaarde in 1858 (Bijl. B. bl. 37), dat „wanneer
Praeses, Assessor en Scriba eenmaal met die betrekking bekleed
zijn, deze, zoolang hunne zitting in het Bestuur voortduurt, hun
niet kan ontnomen worden, en zij, om als zoodanig werkzaam te
blijven, geene herkiezing behoeven; doch dat daaraan de kracht
niet mag worden toegekend, die de Class. Verg. verbieden zou, om
hen, óf tot het lidmaatschap van een hooger college, óf tot eene
andere betrekking in het Class. Bestuur ter vervulling van eene
opengevallen plaats te roepen”.
3) De wijziging van „zijn secundus” in
„secundus-Scriba” is in werking getreden 1 Jan. 1931.