11.7.5 Bevoegdheid

De colleges voor de behandeling van bezwaren en geschillen zijn alleen bevoegd bezwaren en geschillen te behandelen, als daarvoor in de orde van de kerk niet een ander afzonderlijk orgaan of een bijzondere wijze van behandeling is aangegeven (art. XIV-1 en ord. 12-6-1).

De behandeling van bezwaren inzake belijdenis en wandel is — zoals we hebben gezien — opgedragen aan de daartoe aangewezen colleges voor het opzicht. Als een zodanig bezwaar binnenkomt bij een college voor de behandeling van bezwaren en geschillen dient dit doorgestuurd te worden naar het bevoegde college voor het opzicht (G.R. kerkelijke rechtspraak, art. 2-1). Is niet duidelijk welk kerkelijk lichaam bevoegd is van een zaak kennis te nemen en daarover een oordeel te geven, of is daarvoor in de kerkorde geen kerkelijk lichaam aangewezen, dan bepaalt het generale college voor de behandeling van bezwaren welk lichaam in de desbetreffende zaak uitspraak moet doen (ord. 12-6-2). In deze bepaling wordt over ‘kerkelijk lichaam’ gesproken, maar het gaat

|249|

hierin niet over de taakverdeling tussen kerkelijke lichamen in het algemeen, maar over de vraag welk college dat belast is met de kerkelijke rechtspraak in een concrete zaak bevoegd is.

 

Bij een regionaal college voor de behandeling van bezwaren en geschillen kunnen bezwaren ingediend worden tegen besluiten van een kerkenraad, een classicale vergadering en elk ander kerkelijk lichaam ‘binnen het rechtsgebied’ van het regionale college (ord. 12-3-1). Bepalend voor de vraag naar de bevoegdheid van een regionaal college is of het bestreden besluit is genomen door een kerkelijk lichaam dat zijn arbeidsveld heeft uitsluitend binnen het gebied van het regionale college. Zo kunnen bij een regionaal college bezwaren ingediend worden tegen een besluit van een plaatselijk college van kerkrentmeesters, van een algemene classicale vergadering, enzovoort. Ook geschillen tussen kerkelijke lichamen of personen die hun arbeidsveld hebben binnen het rechtsgebied van één regionaal college worden door dit college behandeld (ord. 12-4-1).

Alle andere bezwaren en geschillen worden behandeld door het generale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Dus een bezwaar tegen een besluit van de generale synode of een geschil met een orgaan van bijstand van de synode moet worden ingediend bij het generale college.