Heuvel, P. van den

4 De gemeente

2004

|90|

4 De gemeente

 

De ordinantie over de gemeenten zet in met woorden die herinneren aan art. III: de gemeente is een gemeenschap rondom Woord en sacramenten. Het is te weinig om te zeggen dat de gemeente gevormd wordt door haar leden. Primair bepalend voor de gemeente is haar Hoofd Jezus Christus. Art. III onderstreepte het initiatief van God met de woorden ‘vanwege Gods genade en krachtens zijn verbond’. Ord. 2-1 duidt de gemeente aan als een geroepen gemeenschap, geroepen tot eenheid, getuigenis en dienst. Het samenkomen rondom Woord en sacramenten maakt het hart van het gemeente-zijn uit.

Bepalend voor het gemeente-zijn is niet onze (vrijwillige) keuze, maar dat we samen geroepen worden om gemeente van Christus te zijn, om het Woord te horen en de sacramenten te vieren. In de kerkorde is de geografische gemeente dan ook het uitgangspunt. We behoren in principe tot de gemeente van het gebied waarin we wonen (ord. 2-2-2).