Bij de overige functies kan worden gedacht aan allerlei andere betaalde en onbetaalde arbeid in de gemeente en de kerk. De bepaling in ord. 3-14 is met name van belang voor facilitaire en ondersteunende taken die door kerkelijke medewerkers op arbeidsovereenkomst worden verricht. Daarbij valt te denken aan het werk van medewerkers op het kerkelijk bureau, aan kosters en grafdelvers en aan allerlei andere vormen van ondersteunende arbeid.
Als er van een arbeidsovereenkomst sprake is, valt die onder de rechtspositieregeling voor de kerkelijke medewerkers (ord. 3-28).