Een predikant in algemene dienst staat in dienst van een meerdere vergadering voor het verrichten van werkzaamheden die van deze vergadering uitgaan (ord. 3-22-1). Hij of zij wordt door deze vergadering beroepen als de werkzaamheden rechtstreeks verband houden met de vervulling van het ambt van predikant. Om te voorkomen dat er grote ongelijkheid ontstaat doordat men in de ene regio veel terughoudender is om een kerkelijke medewerker tot predikant te beroepen dan in de andere, moet de vraag of voor het vervullen van deze functie de bevestiging in het ambt wenselijk of noodzakelijk is, worden beoordeeld door de kleine synode. Volgens art. VI-10 kunnen predikanten in algemene dienst worden beroepen (en functionarissen worden benoemd) door de classicale vergadering, de evangelisch-lutherse synode en de generale synode. Ord. 3-22-2 maakt ook het beroepen door de algemene classicale vergadering mogelijk.
Men kan zowel fulltime als parttime tot predikant in algemene dienst beroepen worden (ord. 3-22-7). Ook een aanstelling in tijdelijke dienst is mogelijk (G.R. rechtspositie medewerkers, art. 25-3).
De proponent of predikant ontvangt een beroepsbrief, een dienstdoend predikant vraagt na aanvaarding van het beroep een akte van losmaking (ord. 3-5-5) en de bevestiging vindt plaats in een kerkdienst van een gemeente binnen het werkgebied. Als deze predikant in het ambt bevestigd is, is ook op hem of haar van toepassing de ‘vrijheid van het ambt als dienaar des Woords’ waar ord. 3-5-2 van spreekt. Maar omdat de predikant in algemene dienst staat in een arbeidsverhouding tot de vergadering die hem beriep, is er tegelijk sprake van een dienstverband, waarin aan deze predikant — anders dan bij de predikant voor gewone werkzaamheden — taakopdrachten kunnen worden verstrekt. Op deze predikant is de rechtspositieregeling van de kerkelijke medewerkers (ord. 3-28-1) van toepassing.
Een predikant in algemene dienst wordt beroepen voor de duur van de werkzaamheden (ord. 3-22-2). Als — bijvoorbeeld door een reorganisatie — aan de werkzaamheden waarvoor de predikant beroepen werd een einde komt of als aan een tijdelijke aanstelling een einde is gekomen, verkrijgt de betrokken predikant de status van ‘beroepbaar predikant’ (zie § 5.6).
De predikanten in algemene dienst maken geen deel uit van een ambtelijke vergadering, maar worden begeleid door een daartoe ingestelde commissie (ord. 3-22-5). De kerkenraad van hun woonplaats heeft wel de mogelijkheid hen te benoemen tot lid van de kerkenraad (ord. 4-6-7). Ord. 4-14-1 opent de mogelijkheid om aangewezen te worden tot lid van de classicale vergadering.