|5|

 

Inleiding

 

In deze studie wordt een poging gedaan, de zogenaamde realia van het kerkelijk leven van de eerste eeuw te tekenen. De beschrijving van de achtergrond van liturgie en ambt valt buiten het gestelde bestek; er wordt niet gevraagd, wat het sakrament betekende, maar hoe het werd gevierd.

Wij putten onze kennis vrijwel uitsluitend uit het Nieuwe Testament. Soms wordt uit latere getuigenissen de konklusie getrokken, dat een bepaald gebruik reeds eerder zal hebben bestaan. Ook aan verwante verschijnselen uit het Jodendom en heidendom van deze tijd is aandacht besteed.

Desondanks zal men bemerken dat wij menigmaal slechts tot de waarschijnlijkheid van verschillende gewoonten en instellingen kunnen konkluderen: wij kunnen, naar een uitdrukking uit de Talmoed, geen bergen aan een haar hangen.

Ter nadere oriëntering is telkens naar andere literatuur verwezen. Kommentaren en lexica zijn niet vermeld.

Tenslotte is een woord van warme dank aan de uitgever op zijn plaats. Het zetsel was al gereed voor het afdrukken, toen het materiaal in beslag werd genomen. Thans is alles opnieuw gezet; in enkele gevallen werd daarom gebruik gemaakt van de literatuur, die in de laatste jaren met betrekking tot ons onderwerp ontstond.