Verzoek heroverweging GS Leusden Acta art. 29
(agenda 3.7)
14-09-02
Commissie: commissie 5
Materiaal:
1. brief van de Particuliere Synode Friesland 1999, d.d. 22
februari 1999 aan de Generale Synode Leusden 1999 met de vraag,
op welke wijze een kerk c.q. een ressort moet voldoen aan de
aanbeveling van de Generale Synode Groningen-Zuid 1978 (Acta art.
97), indien de al zeer zwaar belaste provinciale kas ad art. 11
KO de financiële last van een dienaars des Woords die zich vanuit
een ander kerkverband bij de Gereformeerde Kerken gevoegd heeft
en door hen beroepbaar gesteld is, geruime tijd erbij te dragen
krijgt. De Generale Synode Groningen-Zuid 1978 beveelt namelijk
wel aan wel dat een kerk die de last van een extra predikant,
overgekomen uit een andere kerkgemeenschap, erbij te dragen
krijgt, zich om financiële hulp mag wenden tot de classis en de
particuliere synode, maar er wordt niet in aangegeven wat te
doen, indien ook de provinciale kas de extra last niet dragen
kan. Andere particuliere ressorten die om bijstand benaderd
werden, beriepen zich dan ook op de uitspraak van de Generale
Synode Groningen-Zuid 1978 om geen steun te hoeven bieden. De
Particuliere Synode Friesland 1999 bepleit daarom aanvulling van
deze generaal-synodale aanbeveling.
2. besluit van de Generale Synode Leusden 1999, Acta art. 29 om
aan de uitspraken van de Gene- rale Synode Kampen 1951 (Acta art.
90) en de Generale Synode Groningen-Zuid (Acta art. 97) inzake de
toepassing van art. 11 KO niets toe te voegen, met als
hoofdargument dat in de concreet door de Particuliere Synode
Friesland 1999 genoemde situatie de uitspraken van deze beide
generale synoden voldoende richting wijzen. De particuliere
synode wordt er bovendien op gewezen dat, wanneer zij, ondanks
hantering van bovengenoemde generaal-synodale besluiten, moeite
ervaart met betrekking tot de uitvoering van art. 11 KO in een
concrete zaak, zij deze zaak als zodanig in de kerkelijke weg aan
de orde kan stellen.
3. brief van de Particuliere Synode Fryslân 2002, d.d. 14 juni
2000, aan de Generale Synode Zuidhorn 2002, waarin gevraagd wordt
het besluit van de Generale Synode Leusden 1999 (Acta art. 29)
uit het midden van de kerken weg te nemen en alsnog de vraag van
de Particuliere Synode Friesland 1999 te beantwoorden. De
Particuliere Synode Fryslân 2002 meent dat de Generale Synode
Leusden 1999 ten onrechte deze vraag zozeer gekoppeld heeft aan
de problematiek rond art. 14 KO, dat op formele gronden de vraag
van de particuliere synode afgewezen is.
Besluit:
de vraag van de Particuliere Synode Fryslân 2002 aldus te beantwoorden, dat wegneming van het besluit van de Generale Synode Leusden 1999 (Acta art. 29) niet nodig is, omdat dit besluit wel degelijk de vraag van de Particuliere Synode Friesland 1999 heeft beantwoord door te herinneren aan de uitspraak van de Generale Synode Kampen 1951, gehandhaafd door de Generale Synode Groningen-Zuid 1978, “dat, in geval enig particulier ressort niet in staat is zelf in de behoeften van zijn hulpbehoevende kerken te voorzien, de deputaten van de synode in dat ressort zich in opdracht van hun synode tot tot één of meer andere particuliere ressorten of classes of kerken kunnen wenden met een verzoek om hulp”.
Gronden:
1. de Particuliere Synode Friesland 1999 en de Particuliere
Synode Fryslân 2002 achten terecht de aanbeveling van de Generale
Synode Groningen 1978 (Acta art. 97) onvoldoende. Daarin worden
kerken die de last van een extra predikant, overgekomen uit een
andere kerkgemeenschap, erbij te dragen krijgen, inderdaad
slechts verwezen naar classis en particuliere synode;
2. de Generale Synode Leusden 1999 herinnerde echter ook aan de
uitspraak van de Generale Synode Kampen 1951 (Acta art. 90). Deze
generale synode overwoog: “dat, in geval enig particulier ressort
niet in staat is zelf in de behoeften van zijn hulpbehoevende
kerken te voorzien, de deputaten van de synode van dat ressort
zich in opdracht van hun synode tot één of meer andere
particuliere ressorten of classes of kerken kunnen wenden met een
verzoek om hulp.” En dit is precies de aanvulling die de
particuliere synode Friesland voor ogen stond;
3. de Generale Synode Groningen-Zuid 1978 heeft in haar
aanbeveling deze uitspraak van haar voorgangster niet buiten
werking gesteld, of herzien, doch zich slechts daarbij
aangesloten;
4. de door de deputaten ad art. 11 KO van de Particuliere Synode
Friesland benaderde andere particuliere ressorten wezen dan ook
ten onrechte met slechts een beroep op de Generale Synode van
Groningen-Zuid 1978 het verzoek om financiële bijstand af;
5. de Generale Synode Leusden 1999 sprak terecht uit dat de
particuliere synode Friesland wel déze zaak, namelijk het niet
willen helpen van andere particuliere ressorten, bij de generale
synode aan de orde kan stellen.
Het voorstel wordt aangenomen. Een synodelid onthoudt zich van stemming.