Artikel 23

Algemene herziening van de kerkorde
(agenda 3.3)

​06-09-02

Commissie: deputaatschap Kerkrecht en kerkorde

Materiaal:

brief van de Particuliere Synode Groningen d.d. 11 februari 2002, waarin wordt voorgesteld om aan de deputaten kerkrecht en kerkorde opdracht te geven:
1. de eerstkomende generale synode te dienen met een rapport ten aanzien van de vraag, of er vanwege de voorbeelden die in de brief van de Gereformeerde Kerk te Zuidhorn (d.d. 11 juni 2001) worden genoemd en eventueel nog andere voorbeelden, een herziening c.q. aanvulling van de kerkorde noodzakelijk is;
2. indien deze vraag door hen positief wordt beantwoord, voorstellen tot herziening c.q. aanvulling te ontwerpen, welke tijdig aan de kerken dienen te worden voorgelegd.

Besluit:

aan nieuw te benoemen deputaten Kerkrecht en kerkorde opdracht te geven:
a. de eerstkomende generale synode van advies te dienen met een rapport of en zo ja, op welke onderdelen herziening van de kerkorde noodzakelijk dan wel gewenst is;
b. bij bevestigende beantwoording van het onder a. genoemde de eerstkomende generale synode van advies te dienen met voorstellen inzake onderdelen van de kerkorde die herziening behoeven;
c. bij de voorbereiding van de onder b. genoemde werkzaamheden te letten op kerkrechtelijke ontwikkelingen in kerkgenootschappen waarmee op landelijk niveau contactoefening plaatsvindt.

Grond:

in de brief van de Gereformeerde Kerk te Zuidhorn wordt terecht gesignaleerd dat zich in de gemeenten nieuwe structuren hebben ontwikkeld buiten de kerkorde om. Te denken valt daarbij aan de ontwikkeling van sectie- of wijkraden, moderamina of kernkerkenraden met uitgebreide bevoegdheden en verder aan de aanstelling van ambtsdragers met aangepaste taakomschrijving. Voorts rijzen er regelmatig belangrijke vragen over onderwerpen als de (rechts)positie van de predikant en die van kerkelijk werkers die niet of niet voldoende zijn omschreven in de kerkorde. Ter wille van een goed bestuur en van rechtszekerheid in de kerken lijkt het geboden op deze en dergelijke punten tot herziening of aanvulling van de kerkorde te komen.

Aanwezig zijn als deputaten mr. F.T. Oldenhuis, ds. H. Pathuis, ds. J.B. de Rijke en prof. dr. M. te Velde.
Met algemene stemmen wordt het voorstel aangenomen. De afgevaardigde ds. Pathuis blijft als deputaat buiten stemming.
De preses, ds. E.A. de Boer, merkt op, dat met algemene stemmen een aanzet gegeven is tot totale herziening van de kerkorde. Hij wenst de deputaten met name op dit punt veel wijsheid, creativiteit en feeling met de kerken toe.