Of een ouderlinck die sijnen tijt uutghedient heeft ende bereyt
is noch langher te dienen der ghemeynte wederom magh voorghestelt
worden om hem te moghen verkiesen?45
Antw. Ia. Want de tweeiarighe veranderinghe der ouderlinghen is
daerom in sonderheyt inghesett op dat se van den laste hares
dienstes mochten verlichtet werden.
45 Vgl. boven bij art. 13.