De gegevens van de doopleden, de belijdende leden, de gastleden en van hen die met de gemeente verbonden zijn, worden niet alleen plaatselijk geregistreerd, maar zijn ook in de landelijke ledenregistratie opgenomen. Bij verhuizing worden de gegevens door deze landelijke registratie doorgestuurd naar de gemeente van hun nieuwe woonplaats. Tot zover is de regeling eenvoudig.
De moeilijkheid is echter dat er op het grondgebied waar men woont of gaat wonen soms meer dan een gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland is. Om de mutatievoorziening bij de registratie goed te laten verlopen, zijn daarom in ord. 2-5 verfijnde bepalingen opgenomen.
|93|
Allereerst moet elke classicale vergadering een regeling maken
waarin voor het ressort de ‘registratie ontvangst gemeenten’
worden aangewezen. De term als zodanig komt in de kerkorde niet
voor. De aanduiding ‘registratie ontvangst gemeente’ wordt in
deze toelichting gebruikt om aan te geven in welke gemeente men
voorlopig wordt ingeschreven. Dat is nodig:
- als er geen protestantse gemeente is;
dan wordt één van de andere gemeenten ter plaatse (dus een
hervormde gemeente, een gereformeerde kerk of een
evangelisch-lutherse gemeente) aangewezen, bij wie de nieuw
ingekomenen afkomstig uit een protestantse gemeente (voorlopig)
worden ingeschreven (ord. 2-5-1 sub a).
- als er meer dan één protestantse gemeente ter plaatse is;
dan wordt één van deze gemeenten aangewezen bij wie de nieuw
ingekomenen afkomstig uit een protestantse gemeente (voorlopig)
worden ingeschreven (ord. 2-5-1 sub d).
- als er meer dan één hervormde gemeente of meer dan één
gereformeerde kerk ter plaatse is;
dan wordt telkens één van deze hervormde gemeenten of
gereformeerde kerken aangewezen bij wie nieuw ingekomenen
afkomstig uit een hervormde gemeente of een gereformeerde kerk
(voorlopig) worden ingeschreven (ord. 2-5-1 sub d). Hetzelfde zou
gelden als er meer dan één evangelisch-lutherse gemeente ter
plaatse zou zijn.
Vervolgens verloopt de procedure bij verhuizing als volgt. Zo
mogelijk wordt men in een zelfde type gemeente ingeschreven als
waartoe men behoorde.
- Wie afkomstig is uit een protestantse (wijk)gemeente, wordt
ingeschreven in de protestantse (wijk)gemeente als het nieuwe
woonadres tot die (wijk)gemeente behoort. Als daar geen
protestantse (wijk)gemeente is, wordt men (voorlopig)
ingeschreven in de (wijk)gemeente die is aangewezen als de
‘registratie ontvangst gemeente’.
- Wie afkomstig is uit een hervormde (wijk)gemeente, wordt
ingeschreven in de hervormde (wijk)gemeente als het nieuwe
woonadres tot die (wijk)gemeente behoort. Als de hervormde
(wijk)gemeente zich verenigd heeft, wordt men ingeschreven in de
protestantse (wijk)gemeente van het nieuwe woonadres. Als er op
het nieuwe woonadres meer dan één hervormde (wijk)gemeente is,
wordt men ingeschreven in de hervormde (wijk)gemeente die is
aangewezen als de ‘registratie ontvangst gemeente’.
- Wie afkomstig is uit een gereformeerde kerk of wijkgemeente,
wordt ingeschreven in de gereformeerde kerk of wijkgemeente als
het nieuwe woonadres tot die kerk of wijkgemeente behoort. Als de
gereformeerde kerk of wijkgemeente zich verenigd heeft, wordt men
ingeschreven in de protestantse (wijk)gemeente van het nieuwe
woonadres. Als er op het nieuwe woonadres meer dan één
gereformeerde kerk of wijkgemeente is, wordt men ingeschreven in
de gereformeerde kerk of wijkgemeente die is aangewezen als de
‘registratie ontvangst gemeente’.
|94|
- Wie als evangelisch-luthers gemeentelid is geregistreerd, wordt ingeschreven in de evangelisch-lutherse gemeente waartoe het nieuwe woonadres behoort, of — als de evangelisch-lutherse gemeente zich heeft verenigd — in de protestantse gemeente.
Wie voorlopig is ingeschreven in een ‘registratie ontvangst gemeente’ krijgt daarvan bericht, met vermelding van de andere gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland ter plaatse. Wie daarop niet binnen een maand reageert en de voorkeur voor een van deze andere gemeenten kenbaar maakt, wordt als lid ingeschreven in de ‘registratie ontvangst gemeente’.
Wie naar het buitenland verhuist, zal in de regel aansluiting zoeken bij een gemeente of kerk ter plaatse. Men kan daartoe van de kerkenraad een verklaring van lidmaatschap of een attestatie vragen, die in de nieuwe kerk kan worden overgelegd (ord. 2-5-4).