|91|

4.1.1 Gastleden

Een bijzondere categorie vormen de gastleden (ord. 2-3). Zij worden eveneens in het register van de gemeenteleden ingeschreven. In de generale regeling gastlid-maatschap worden nadere regels gegeven. Samengevat komen ze op het volgende neer.
- Ook van gastleden geldt in principe dat zij wonen binnen het grondgebied van de gemeente. Inschrijving als gastlid is mogelijk als de kerkenraad van de eigen gemeente daartegen geen bezwaar maakt (G.R. gastlidmaatschap, art. 3-1).
- Als men gastlid wil worden buiten de gemeente waar men woont, is expliciete instemming van de eigen kerk vereist (art. 3-2).
- Als gastlid kunnen worden ingeschreven leden van Nederlandse kerken waarmee de Protestantse Kerk in Nederland bijzondere betrekkingen onderhoudt. In de generale regeling worden genoemd de kerken die bij de Raad van Kerken in Nederland zijn aangesloten, de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Gemeenten, de (Vrijgemaakt) Gereformeerde Kerken, de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten en de Unie van Baptisten-gemeenten. Het breed moderamen van de generale synode kan het gastlidmaatschap ook openstellen voor leden van andere kerken. De regeling kan ook worden toegepast op leden van buitenlandse kerken (art. 1).
- Een gastlidmaatschap wordt in de regel alleen verleend als men op te grote afstand van de eigen kerk of gemeente woont of in geval van een gemengd huwelijk. Daarnaast kan men ook als gastlid worden ingeschreven als de eigen kerk en de plaatselijke gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland samenleven als één oecumenische kerkgemeenschap (art. 2).
- Het is de kerkenraad die beslist over de toelating nadat hij met de betrokkene over diens motieven en geloofsovertuiging heeft gesproken. Bij de inschrijving van een gastlid bepaalt de kerkenraad of deze de positie van dooplid of van belijdend lid heeft (art. 4-1).
- De gastleden maken volledig deel uit van de gemeente (pastorale en diaconale zorg, deelname aan de sacramenten, opzicht), ze kunnen lid zijn van commissies en organen van bijstand. Ze kunnen zelfs actief en passief kiesrecht ontvangen en dus tot ambtsdrager gekozen worden, maar dat kan alleen als de plaatselijke regeling dat heeft mogelijk gemaakt. Ze moeten bij dat alles voldoen aan dezelfde voorwaarden als de andere gemeenteleden. Als ambtsdrager kunnen ze overigens niet worden afgevaardigd naar een meerdere vergadering (art. 6).
- Gastleden blijven lid van hun eigen kerk. Bij alle belangrijke beslissingen betreffende een gastlid neemt de kerkenraad eerst contact op met de kerkenraad van de eigen kerk van het gastlid (of met degene die in die kerk verantwoordelijkheid draagt). Dat geldt in elk geval bij de aanvaarding als gastlid, bij

|92|

doop of huwelijksinzegening en bij het opzicht. Er worden met de eigen kerk afspraken gemaakt over de kerkelijke bijdrage (art. 7).
- Als een kind van een gastlid in de gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland wordt gedoopt, wordt het in de regel daar als dooplid ingeschreven (tenzij men samen anders beslist). In elk geval wordt de doop in het doopboek aangetekend en krijgt de eigen kerk van de doopouders bericht (art. 7-3). Zie ook § 8.2.