Synodaal Reglement voor de Kerkeraden.

 

Additioneele artikelen.

De plaatselijke reglementen 1) worden door de Kerkeraden, ten fine als in het voorgaand artikel vermeld, herzien binnen één jaar nadat de provinciale reglementen zijn in werking gebracht, en door het Provinciaal Kerkbestuur, na door het Classicaal Bestuur van het ressort beoordeeld te zijn, als overeenstemmend met dit reglement goedgekeurd.


1) D.w.z. de huishoudelijke reglementen (zie art. 20). Deze huishoudelijke reglementen behoeven volgens art. 25 Alg. Regl. niet de goedkeuring van het Classicaal Bestuur, dat alleen mededeeling daarvan ontvangt. Hieruit volgt, dat de artt. 28 en 29 alleen als overgangsmaatregel gelden, ten einde te bewerken, dat in alle gemeenten binnen een jaar volgens alle bepalingen van het nieuwe Reglement zoude worden gehandeld. (Hand. 1871 bl. 231; Bijl. B. bl. 217-219; 1896 bl. 115; Bijl. B. bl. 252-255).