Synodaal Reglement voor de Kerkeraden.

Derde afdeeling.

Werkzaamheden des Kerkeraads.

De Kerkeraden houden aanteekening van hunne handelingen en van de belangrijke door hen uitgevaardigde brieven, in behoorlijk daartoe aangelegde boeken. Zij zorgen voor de bewaring van de archieven en al de inkomende stukken 1), waarvan zij getrouw register houden.
De aanteekeningen van de handelingen van den Kerkeraad worden, na lezing en goedkeuring, onderteekend door den voorzitter en den scriba of door den voorzitter en een der andere kerkeraadsleden. 2)


1) Eene portefeuille met register moet aanwezig zijn, benevens een index van al de stukken van het archief. Volgens Syn. aanschrijving van 14 Juli 1858 behoort in het belang der Kerk een duplicaat van den index van het oud-archief (het van vóór 1816 dagteekenende) te worden gezonden aan het Cl. Bestuur.
In 1899 (18 Augustus) droeg de Synode aan de Prov. Kerkbesturen op, te zorgen, dat de kerkelijke archieven behoorlijk worden geïnventariseerd, en afschrift van den inventaris worde gezonden aan de Synode.
Zie verder over de kerkelijke archieven het desbetreffend Reglement en de aanteekening in D. en F.7, bl. 117 en 118.
2) Deze alinea is in werking getreden 15 Jan. 1914. De gewaarmerkte notulen kunnen eventueel als bewijsstuk dienst doen.