anoniem

Ontwerp-schets voor een appèlprocedure in de classis volgens het model met deputaatschap

1997

|46|

Ontwerp-schets voor een appèlprocedure in de classis volgens het model met deputaatschap

 

INDIENING VAN EEN APPELSCHRIFT

01. Wanneer een lid van een van de kerken in de classis zich naar artikel 31 KO. op de classis beroept, zal hij zijn appèlschrift indienen bij de kerk die is aangewezen als samenroepende kerk voor de eerstvolgende vergadering van de classis.

02. De samenroepende kerk zal het appèlschrift op de voorlopige agenda van de classis plaatsen en een afschrift van het (de) ingediende stuk(ken) onmiddellijk in handen stellen van het hieronder te noemen deputaatschap appèlzaken.

03. Een appèlschrift dient in ieder geval de volgende elementen te bevatten:
— een weergave van het besluit, de besluiten en/of de handelingen van de kerkenraad, waarover geschil is gerezen;
— de reactie van de kerkenraad op de door de appellant daartegen ingebrachte bezwaren;
— een uiteenzetting van de bezwaren van de appellant, met redenen omkleed en — indien van toepassing — met feiten gestaafd;
— een duidelijke omschrijving van wat de appellant van de classis vraagt. Wanneer een appèlschrift niet voldoet aan de genoemde vereisten, zal de appellant de gelegenheid krijgen zijn bezwaarschrift aan te vullen binnen een termijn, die door het deputaatschap voor appèlzaken wordt bepaald.

 

BENOEMING VAN EEN DEPUTAATSCHAP

04. Voor de voorbereiding van de behandeling van de appèlzaken die bij haar aanhangig worden gemaakt, zal de classis gebruik maken van een deputaatschap.

05. Het deputaatschap voor appèlzaken zal bestaan uit drie leden; de classis benoemt tevens drie secundi. Zij worden jaarlijks in de ........-vergadering benoemd

|47|

uit ambtsdragers en/of leden van de kerken in het classicaal ressort. Met het oog daarop kan elke kerk jaarlijks bij de classis een gemotiveerde voordracht indienen van personen die men voor dit werk geschikt acht. De classis is vrij om elk jaar dezelfde ofwel andere deputaten te benoemen. Zij wijst een van de benoemden als samenroeper en voorzitter van het deputaatschap aan.

06. Er mag onder de in een bepaalde zaak fungerende deputaten niemand zijn die eerder bij de in appèl aanhangige zaak is betrokken geweest of die in enige persoonlijke relatie staat met de appellant.

 

VOORBEREIDENDE BEHANDELING DOOR DEPUTATEN.

07. De deputaten zullen zo spoedig mogelijk van het appèlschrift kennisnemen en de behandeling ervan door de classis voorbereiden. Wanneer zij er niet in slagen dit voorbereidende werk af te ronden voordat de classis in eerste zitting bijeenkomt, zullen zij dit tijdig aan haar meedelen. In overleg met de classis zal dan een datum worden bepaald, waarop in een voortgezette zitting hun advies kan worden behandeld.

08. Een appèlschrift zal steeds eerst door de deputaten op zijn ontvankelijkheid worden getoetst. Het is bij voorbaat niet ontvankelijk:
— indien het niet is ingediend vóór de eerste samenkomst van de meerdere vergadering volgend op het besluit of de handelingen van de kerkenraad waartegen bezwaar wordt aangetekend, tenzij er goede redenen zijn om daarvan af te wijken;
— indien de appellant geen lid (meer) is van een Gereformeerde Kerk, tenzij het een appèl betreft tegen onrecht dat hem in zijn hoedanigheid als kerklid is aangedaan en de gevraagde uitspraak betekenis heeft voor zijn terugkeer naar de kerk of voor een herstel van zijn goede naam in de gemeente, of wanneer hij optreedt in zijn kwaliteit als wettig vertegenwoordiger van een kerklid.

09. De kerkenraad en de appellant zullen aan de deputaten desgevraagd alle relevante stukken die op het geding betrekking hebben ter beschikking stellen en alle nodige inlichtingen verschaffen. De deputaten zijn bevoegd om termijnen te stellen, waarbinnen de gevraagde medewerking moet worden gegeven. Zij zullen erop toezien, dat de partijen volledig geïnformeerd zijn over de stukken en inlichtingen die van weerszijden in de behandeling van de zaak ter tafel worden gebracht.

|48|

10. De deputaten zullen ten aanzien van de aanhangige kwestie zo nodig mondeling hoor en wederhoor toepassen. Zij zullen daarbij aan kerkenraad en appellant gelegenheid geven tot toelichting en/of verweer en tot het reageren op elkaars stukken. Ze zullen ook de partijen in elkaars aanwezigheid kunnen horen.

11. De kerkenraad en de appellant hebben het recht zich in hun schriftelijk en mondeling contact met de deputaten te laten bijstaan.

12. Van de mondelinge besprekingen met de appellant en de kerkenraad of diens vertegenwoordiger(s) zal steeds een kort verslag worden opgesteld, waarvan aan beide partijen een afschrift wordt verstrekt.

13. De deputaten zullen advies en hulp kunnen vragen van deskundigen, mits daarbij de noodzakelijke geheimhouding in acht wordt genomen.

14. De deputaten zullen hun rapport en een volledig concept voor een besluit over het ingediende appèlschrift uiterlijk tien dagen voor de afgesproken datum van de zitting van de classis in afschrift toezenden aan alle leden van de classis.

15. Wanneer de deputaten er niet in slagen hun voorbereidend werk af te ronden binnen de afgesproken termijn, zullen zij dit aan de classis rapporteren. De classis zal dan beslissen over de voortgezette behandeling.

 

BEHANDELING EN BESLUITVORMING DOOR DE CLASSIS

16. Bij de behandeling van het appèlschrift in de vergadering van de classis zullen tenminste twee deputaten aanwezig zijn om hun rapport en voorstel toe te lichten en de classis verder in het appèl van advies te dienen.

17. In de zitting(en) van de classis waarin de bespreking van de appèlzaak plaatsvindt, zal zowel aan de afgevaardigden van de betrokken kerkenraad als aan de appellant gelegenheid kunnen worden geboden hun zienswijze mondeling kort toe te lichten.

18. In het besluit van de classis dienen de volgende elementen te zijn opgenomen:
— een weergave van het besluit, de besluiten en/of de handelingen van de kerkenraad, waarover geschil is gerezen;

|49|

— een samenvatting van de bezwaren die ertegen door de appellant zijn ingebracht;
— een samenvatting van de gronden, de toelichting c.q. het verweer van de zijde van de kerkenraad;
— een nauwkeurige verantwoording van de gronden waarop de uitspraak van de classis rust;
— een duidelijke uitspraak van de classis over het appèlschrift;
— zo nodig een aanwijzing van de rechtsgevolgen van het genomen besluit;
— indien van toepassing, nadere aanwijzingen inzake de weg waarlangs herstel van recht en vrede kan worden verkregen.
De classis zal van haar besluit binnen twee weken op ordelijke wijze kennis geven aan de appellant en aan de kerkenraad.