11 – 13 september 2012
Vaststelling van de kerkorde in eerste lezing
Materiaal:
1. Werkorde 1: ontwerpkerkorde met memorie van toelichting dd.
december 2009;
2. Werkorde 2: ontwerpkerkorde met memorie van toelichting dd.
mei 2011;
3. Werkorde 3: ontwerpkerkorde met memorie van toelichting dd.
juni 2012;
4. besluiten d.d. 16 april 2011 en 11 juni 2011 (Acta GS
Harderwijk 2011-2012 art. 25 en 26);
5. besluiten d.d. 1 juni 2012 (Acta GS Harderwijk 2011-2012 art.
26A);
6. Acta GS Zuidhorn 2002-2003 art. 19.
Besluit 1:
a. de tekst van de herziene kerkorde voor de Gereformeerde Kerken
in Nederland in eerste lezing vast te stellen (zie bijlage
3.6);
b. deputaten herziening kerkorde op te dragen deze tekst,
voorzien van de doorlopende nummering overeenkomstig besluit d.d.
1 juni 2012, aan de classes aan te bieden;
c. de kerken te verzoeken zich op classisniveau te beraden over
de tekst van de herziene kerkorde in eerste lezing en eventueel
zwaarwegende consideraties omtrent deze tekst aan de
eerstvolgende synode kenbaar te maken. De indieningstermijn
hiervoor sluit op 1 januari 2014;
d. te handhaven de regels van de GS Zuidhorn 2002-2003 omtrent de
vaststelling in tweede lezing, met dien verstande dat:
|64|
1. de eerstvolgende synode de tekst van de herziene kerkorde in
tweede, definitieve lezing vaststelt bij meerderheid van stemmen,
na beraad over de ingebrachte zwaarwegende consideraties;
2. bij de vaststelling in tweede lezing amendering mogelijk is,
met als voorwaarde dat de consideraties daartoe aanleiding geven.
Voor het realiseren van een amendement is een gekwalificeerde
meerderheid vereist van drievierde van het aantal uitgebrachte
stemmen;
e. de kerkenraden aan te bevelen zich met de gemeenten voor te
bereiden op de inwerkingtreding van de herziene kerkorde na
vaststelling in tweede lezing door de eerstvolgende synode.
Besluit 2:
uit te spreken dat tot de inwerkingtreding van de herziene
kerkorde na vaststelling in tweede lezing daarvan door de
eerstvolgende synode de huidige kerkorde en kerkelijke besluiten
hun rechtskracht behouden.
Besluit 3:
deputaten herziening kerkorde decharge te verlenen.
Besluit 4:
deputaten herziening kerkorde op te dragen:
a. de kerken desgevraagd te dienen met voorlichting over de thans
in eerste lezing vastgestelde tekst van de herziene kerkorde;
b. de eerstvolgende synode van advies te dienen over door de
classes ingediende consideraties;
c. de eerstvolgende synode te dienen met een voorstel met
bijbehorende toelichting omtrent eventueel noodzakelijke
bepalingen van overgangsrecht bij inwerkingtreding van de
herziene kerkorde;
d. de werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot de generale
regelingen, zoals reeds door de synode besloten.
Besluit 5:
aan deputaten herziening kerkorde voor de periode 2012-2014, in
casu met ingang van de behandeling in september 2012 ter synode
tot vaststelling van de herziene kerkorde in eerste lezing, een
budget toe te kennen van € 3.000,-- per jaar (regulier) en €
6.000,-- per jaar (extra i.v.m. voorlichtingstaken en met name
generale regelingen), in totaal € 9.000,-- per jaar.
In de vergadering is grote waardering voor het werk dat deputaten hebben geleverd.
Een voorstel tot aanvulling van besluit 4a “om de kerken te dienen met een weerslag van de bevindingen, overwegingen en formuleringen die geleid hebben tot de KO in eerste lezing” wordt niet gesteund.
Bij de stemming kent besluit 5 één onthouding. De andere besluiten worden met algemene stemmen genomen.
De preses, ds. Niemeijer spreekt afsluitend als volgt:
Met onze zojuist genomen besluiten hebben we de behandeling van
Werkorde 3 afgerond.
Het proces begon in 2002. Vanuit de kerken werd gevraagd om een updating van de vigerende KO. Allerlei concrete punten werden genoemd, deels vanuit de veranderde praktijk van het kerkelijk leven, deels vanuit de ontwikkelingen in de samenleving. Met name de rechtspositie van predikanten en de rechtskracht van besluiten en de mogelijkheden van bezwaar, beroep, herziening en appel behoefden een betere omschrijving. Het verlangen groeide om de kerkorde een meer transparante opbouw te geven. Daarbij moest de kerkorde herkenbaar blijven als een kerkelijk document in de presbyteriaal-synodale traditie.
|65|
Deputaten en synode hebben hun uiterste best gedaan om de kerken een product voor te leggen dat duidelijk een loot is aan de stam van de oude Dordtse kerkorde. De kerken zullen moeten oordelen of we daarin geslaagd zijn. In de beknoptheid van wat is bepaald en in de inhoudelijke keuzes die gemaakt zijn, blijkt de aansluiting bij wat tot dusver onder ons gegolden heeft. Tegelijk is het geheel eigentijdser opgezet en vormgegeven en is getracht het geestelijk karakter van de kerkorde te expliciteren.
Vooral fraai vind ik zelf — om iets te noemen — het fundamentele hoofdstuk A: daar zijn de cruciale vragen beantwoord en wordt het karakter van kerk en kerkorde op korte en bondige wijze samengevat. We onderscheiden ons van het episcopale en hiërarchische model: we zijn geen kerk waar individuele personen de dienst uitmaken maar kerkelijke vergaderingen. En binnen de kerk is ieder gelijkelijk onderworpen aan Hem die de enige Bisschop van zijn kerk is: Jezus Christus. We zijn ook geen congregationalisten. We kennen geen gemeenten die maar hun eigen gang kunnen gaan, maar we vormen kerken met confessionele binding en bindende besluitvorming, plaatselijk en kerkverbandelijk. We zijn kerken waar het Hoofd van de kerk en het Woord van God boven alles gaan. Wie het geheel van allerlei typen kerkordes en wetboeken met kennis van zaken overziet, herkent in de Werkorde meteen een gereformeerde, presbyteriaal-synodale kerkorde.
Een tweede fraai punt dat ik eruit wil lichten is het geestelijk karakter van deze kerkorde. Vooral Hoofdstuk C over de gemeente bevat artikelen die — uitdrukkelijker dan voorheen in onze kerkorde — inzetten op de verantwoordelijkheid van de gemeente en haar leden voor Gods aangezicht. We hopen dat dit appel op de gemeenten in de harten van hun leden diepe weerklank zal vinden.
Deputaten hebben veel werk verzet. Wie hun verschillende Memories van Toelichting leest, ziet hoe ze zich hebben willen onderwerpen aan het Woord van God, hoe ze zich gebonden wisten aan de belijdenis van de kerk, hoe ze willen staan in de lijn van onze kerkgeschiedenis en hoe ze de huidige maatschappelijke werkelijkheid en de concrete praktijk in de kerken kennen. De wijze waarop ze de vragen en opmerkingen die bij hen binnenkwamen hebben gewogen en verwerkt, is een voorbeeld van open en coöperatieve opstelling. Hun Memories van Toelichting bevatten veel materiaal waarmee de kerken hun winst kunnen doen. Het zou jammer zijn als dat allemaal in het niet zou oplossen. Het zou de moeite waard zijn al dat materiaal te bundelen en beschikbaar te stellen. Het lijkt me een goudmijn voor het kerkrecht.
De kerkorde die we in eerste lezing vaststelden is gemaakt voor kerken waar van alles in beweging en soms ook in verwarring is. Die verwarring zou naast gebrek aan kennis van en liefde voor het gereformeerde kerkrecht wel eens te maken kunnen hebben met het ontbreken van adequate regelgeving dan wel de moeilijke vindbaarheid ervan. Waar bepalingen niet meer aansluiten bij de realiteit of waar afspraken slechts voor specialisten te vinden zijn, proberen individuen en gemeenten zelf het wiel uit te vinden of spelen ze leentjebuur bij een andere traditie, met vaak vervreemdende gevolgen. Wat dat betreft spreek ik de hoop uit dat het werk aan en rond de nieuwe kerkorde leidt tot een betere toegankelijkheid van dat wat op dit punt gereformeerd is en dat het echt waard is in praktijk gebracht te worden. Laat me van deze plaats kerkenraden en classes mogen oproepen zich bij wat ze zich voornemen of bij waar hun oordeel over wordt gevraagd weer expliciet te verdiepen in en te confronteren met wat we als kerken gezamenlijk vaststellen. Zelf neem ik op een cursus voor belijdende leden de Werkorde met de deelnemers door. We krijgen er goede gesprekken door over vrijwel alle facetten van het kerkelijk leven. Je krijgt weer scherp waarom je de dingen zo doet als je ze doet. En waarom het in de kerk zo gaat als het gaat.
De commissie die deputaten begeleidde, met hen sparde en zorgde voor de stroomlijning van de contacten tussen synode en deputaten, en ook de commissie bestuurlijke effecten die deputaten en synode dienden met advies over de zaak van de PS: hartelijk dank voor uw werk!
Deputaten, u hebt met grote deskundigheid geopereerd. U stelde zich buitengewoon coöperatief en constructief op ter synode. Daarmee dwong u bij ons veel respect en vertrouwen af. Zonder uw werk en optreden zouden wij als synode niet zo slagvaardig hebben kunnen zijn in deze week. Namens de kerken hartelijk dank! En achter u danken we bovenal onze God die capaciteiten, krachten en samenbinding gaf.