|21|
20 mei 2011
Vragen PS Friesland inzake huwelijk, samenlevingsvormen en huwelijkssluiting
Materiaal:
1. twee verzoeken van de PS Friesland inzake huwelijk,
samenlevingsvormen en huwelijkssluiting.
De PS verzoekt om een uitspraak of en zo ja welke vormen van
samenleven, die publiek en juridisch vastgelegd zijn, in de kerk
erkend kunnen worden op basis van welke criteria.
Als tweede verzoekt de PS Friesland te overwegen of het wenselijk
en mogelijk is de huwelijkssluiting weer in de kerk terug te
halen, zodat het onderscheid tussen het bijbelse huwelijk en hoe
de overheid dit in het burgerlijk huwelijk wettelijk geregeld
heeft niet meer gemaakt hoeft te worden en de situatie weer
helder is: “trouwen = in de kerk een verbond aangaan”;
2. rapport van de commissie Overijssel (bijlage 2.1).
Besluit 1:
aan deputaten relatie kerk en overheid samen met de raad van
advies inzake huwelijk en echtscheiding opdracht te geven aan de
volgende generale synode advies uit te brengen hoe je als kerken
omgaat met de verschillende samenlevingsvormen van man en vrouw
die publiek en juridisch vastgelegd zijn en of en hoe die
samenlevingsvormen kunnen voldoen aan wat in de Bijbel staat over
het huwelijk.
Gronden:
1. terecht merkt de PS Friesland in de toelichting bij haar
voorstel op dat het burgerlijk huwelijk als door de overheid
geregelde samenlevingsvorm naast andere min of meer juridisch
geregelde vormen van samenleven staat;
2. het is wijs dat de kerken zich ertoe zetten het huwelijk als
instelling van God af te grenzen tegen de veelheid van
samenlevingsvormen, waarbij de kerken zich niet afhankelijk
opstellen tegenover het steeds verder uitgeholde wettelijk
vastgelegde burgerlijk huwelijk;
3. het is wenselijk om in de huidige samenleving te zoeken naar
nieuwe wegen en mogelijkheden om het huwelijk, zoals de Bijbel er
over spreekt, in de kerkelijke gemeente te verankeren en de
christelijke huwelijksmoraal te versterken.
Besluit 2:
aan het tweede verzoek van de PS Friesland niet te voldoen.
Gronden:
1. het verzoek impliceert revisie van de uitspraak van de GS
Zuidhorn 2002-2003, Acta art. 195 besluit 2 en 3;
2. de gronden bij het besluit van de GS Zuidhorn zijn door de PS
Friesland niet overtuigend weerlegd:
a. het publieke karakter van het huwelijk wordt niet
bestreden;
b. niet aangetoond wordt dat wanneer kerken huwelijken mogen
voltrekken dat een krachtiger appel op de overheid is dan tot nu
toe;
c. vermenging van kerk en staat op het terrein van het huwelijk
is in het voorstel van de PS onvermijdelijk, is echter ook
onwenselijk;
d. de overheid biedt de kerken nog steeds de ruimte om het
huwelijk naar bijbelse maatstaven in te vullen;
3. het huwelijk dient vanwege zijn publieke karakter een
grondslag te hebben in de burgerlijke wetgeving;
4. bewaking van de civielrechtelijke gevolgen van het huwelijk is
een taak van de overheid;
5. erkenning door de overheid van de kerk als huwelijkssluitende
instantie op welke manier ook brengt het risico mee dat diezelfde
overheid zich mengt in kerkelijke besluitvorming betreffende het
huwelijk.
Bespreking
Als adviseur is aanwezig prof. A.L.Th. de Bruijne. Verder ds.
H.J. Siegers als voorzitter van de raad van advies inzake
huwelijk en echtscheiding.
Ds. Oostland meldt namens de commissie Overijssel dat van de brs.
G.J. Schutte en P. Lourens schriftelijk advies is ontvangen. De
twee onderhavige kwesties hebben veel met elkaar te maken, daarom
zijn beide rapporten samengevoegd.
|22|
Afgevaardigden spreken hun waardering uit voor het voorstel
waarin veel materiaal is verzameld. Er is goed geluisterd naar
adviezen. Jammer wordt gevonden dat er toch nog een voorstel voor
studie is, waardoor helderheid in de problematiek drie jaar
opschuift. Het is duidelijk dat het huwelijk in de zin van het
Burgerlijk Wetboek niet meer is wat bedoeld wordt met het
huwelijk in bijbelse zin. Die discrepantie moet de kerkmensen ook
duidelijk gemaakt worden. Onderschreven wordt dat onderzocht moet
worden welke relatievormen voldoen aan de bijbelse normering.
Het huwelijk de kerk intrekken is een ingewikkelde zaak. De wet
verbiedt een ceremonie voorafgaand aan een huwelijkssluiting.
Privatisering heeft de beleving van het huwelijk beïnvloed.
Bavinck pleitte reeds voor een drietrapsraket: de familie als
eerste bij een relatie, vervolgens een taak voor de overheid en
tenslotte een ceremonie van de kerk.
In de tweede ronde wordt gewezen op beleid dat in de classis
Groningen reeds gemaakt is. Ook wordt een gezamenlijk advies met
de NGK gewenst. Door prof. De Bruijne wordt er op gewezen dat het
burgerlijk huwelijk iets is van de laatste paar honderd jaar,
toen er geen sprake meer was van een staatskerk en een
christelijke overheid.
In de besluitronde wordt een amendement van ds. Ophoff, om bij
besluit 1 de zin “hoe in de toekomst om te gaan met de
verschillende vormen van samenleving die publiek en juridisch
vastgelegd zijn tussen één man en één vrouw, als wettelijke
regeling van het huwelijk in bijbelse zin” te vervangen door “hoe
je als kerken omgaat.....” aangenomen (voor 33, tegen 1 en
onthouding 1). Een tweede amendement van ds. Ophoff om bij
besluit 1, grond 3, de woorden “gegrond op de Bijbel” te
vervangen door “zoals de Bijbel er over spreekt”, wordt
aangenomen met algemene stemmen. Een voorstel van br. J. Feenstra
om een besluit 1b toe te voegen: “kerkenraden de bevoegdheid te
geven de afgesproken voorwaarden bij een geregistreerd
partnerschap te wegen in hoeverre zij voldoen aan de kenmerken
van een huwelijk naar bijbelse maatstaven en deze weging te
betrekken bij het kiezen van de juiste pastorale begeleiding van
gemeenteleden”, haalt het niet (voor 2, tegen 32 en onthouding
1)
Besluit 1 wordt genomen met algemene stemmen. Besluit 2 met 33
stemmen voor bij 2 onthoudingen.
De preses dankt de commissie en adviseurs: de besluiten die we namen hebben alles te maken met de ontwikkelingen in onze samenleving waar het burgerlijk huwelijk zich steeds verder verwijdert van het bijbels huwelijk en er allerlei zelf in te vullen nieuwe relatievormen zijn. In trouw aan de Here en zijn Woord en met honorering van de eigen plaats en verantwoordelijkheid van kerk en staat moeten we adequaat reageren op de actuele situatie. Deputaten RKO en de RvA Huwelijk en Echtscheiding wensen we de wijsheid toe van de God, die het huwelijk tussen man en vrouw instelde, voor de opdracht die ze zojuist van ons hebben ontvangen.